89 in rekening is gebracht; T is dus de middelbare totale ver- deelingsfout der gewichtseenheid en T'"de middelbare toevallige fout daarvan. Wanneer nu M de middelbare totale fout in p voorstelt, ?n de middelbare waarnemingsfout en t de middelbare verdeelings- fout, dan is M' m? t*(8) Iedere waarde van p ontstaat nu uit 4 voudige meting van den hoek a: in denzelfden stand van den rand, waarbij derhalve de verdeelingsfouten dezelfde blijven; wij hebben dus t' 2 y of t' 21enz(g) Volgens form. (8) in verband met (9) kunnen dus r, r', r", r'" worden berekend, zoodra M en m bekend zijn. Wanneer M wordt berekend zonder acht te slaan op de perio dieke reeks (3), dan wordt voor de grootten p de som van de kwadraten der fouten: [x x] [{p—a)2](10) en bij n waarden van en j van x wordt dus n—s v Wordt rekening gehouden met den eersten term der reeks (3) dan wordt de som van de kwadraten der fouten: [pc' x']~ x)2] 1x)sin 2 032 ol) cos cp] 2 (12) en M'2 \-xx~\ enzjj) De middelbare waarnemingsfout m kan worden berekend uit de verschillen v der hoekmeting bij heen en teruggang in denzelfden stand van den rand; daarbij ontstaat de mogelijkheid van het voorkomen van een constant gedeelte y in deze verschillen. Wanneer na van zulke verschillen voorhanden zijn, dan wordt M het constante gedeelte v en het kwadraat van de middel- na I v bare waarde van het toevallige deel: -Iy 2 4 2 °f ^2=;,/4([^7~7/2)(I4) Daar iedere waarde van p het arithmetisch gemiddelde is van de resultaten van 4 enkele hoekmetingen, wordt m2 V2 y.2 (15) Volgens form. (8) en (9) wordt dan verder het kwadraat van de middelbare totale verdeelingsfout: r V2 M2 V2 m2 (16) nj2 v

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 89