94
waarvan het stroomkoord door den bovenkant der kastjes binnen
treedt zijn bevestigd aan verplaatsbare houten statiefjes, welke
achter het oculair der collimatoren zijn geplaatst, terwijl de ver
lichting dan zoonoodig nog verder door papieren schermpjes kan
worden gewijzigd.
De oculair-stand der collimatoren op «oneindig» werd ver
kregen door waarnemingen naar de Zon of andere hemellichamen
moest echter bij bedekten hemel eene regeling der collimatoren
plaats vinden, dan werd deze stand verkregen door instelling op
den collimator der fabriek «Physica» van den heer G. de Koningh
alhier. Hiervoor was dus telkens eene verplaatsing onzer collima
toren noodig en om dit nu zooveel mogelijk te vermijden, werd
door den heer de Koningh eene «mal» vervaardigd, welke de
mate van uitschuiving van het oculair van den Breithaupt aan
geeft voor den stand «oneindig»; door instelling op den aldus geregel-
den Breithaupt met de kijkers der andere instrumenten, kunnen
dus ook de oculairen daarvan in den juisten stand worden gebracht.
Ten behoeve van den bouw van den waarnemingspijler
werden, na verwijdering van de harde mozaïklaag en de daar
onder liggende zachtere laag van den vloer, ter plaatse waar deze
pijler zou worden opgetrokken, de ijzeren dubbel T balken,
waartusschen de steenen gewelven zijn geslagen, blootgelegd; om
de fundeering van den pijler volkomen vrij te houden van deze
gewelven, werd in den vorm van vierkanten ijzeren staven van
0,032 M. zijde eerst eene verhooging op twee dezer balken gelegd,
waarna de ruimte tusschen deze balken, welke ongeveer 0.64 M.
van elkander zijn verwijderd, werd overbrugd met een 4 tal
zware vierkante ijzeren staven van 0,042 M. zijde. Dwars over deze
staven werden ten behoeve van de aan te brengen betonfundeering
eenige ronde ijzeren staven van 0,012 M. middellijn benevens
ijzervlechtwerk aangebracht, waarna een en ander verder werd
aangevuld met eene betonlaag van Portland-cement, zand en grind,
in dier voege, dat deze betonlaag, welke het fundament voor den
pijler moest vormen, geheel vrij bleef, zoowel benedenwaarts van
de steenen van het gewelf, als zijwaarts van de boven dit gewelf
aangebrachte lagen van den vloer.
In deze betonlaag werd eene bronzen hakkelbout verticaal
vastgegoten; de kop van deze bout heeft eene fijne boring van
ongeveer 3A m.M. middellijn, welke het centrum van den pijler