95
aangeeft Bout en boring worden beschermd door eene om-
geschroefde metalen dop, welke alleen wordt verwijderd, wanneer
dit centrum moet worden ingesteld.
Centrisch boven deze bout werd nu op deze gewapende beton-
laag de pijler opgetrokken in halfsteens muurwerk van harde
Waalklinkers, gemetseld in specie van een deel portlandcement
op twee deelen zand. De vierkante pijler heeft buitenwerks zijden
van 0,44 M., zoodat binnen in eene ruimte overblijft van ongeveer
0,20 M. in het vierkant. De pijler werd afgedekt met eene plaat
van bovengenoemd «petit-granit» of «Escausynschen steen»;
deze plaat, waarvan het bovenvlak zich bevindt op 1,135 M. boven
den mozaikvloer, heeft zijden van 0,48 M. en eene dikte van
0,05 M. De benedenkant dezer plaat werd ruw behakt ten be
hoeve eener onwrikbare verbinding met de portlandspecie van den
pijler, zoodat geene «dooken» behoefden te worden aangebracht,
terwijl de horizontaal liggende bovenzijde glad werd gepolijst.
In het centrum van deze plaat bevindt zich eene cylindrische
opening van 0,05 M. middellijn en in deze opening kan eene
bronzen centreerbus zoodanig worden verschoven en vastgeklemd,
dat de fijne boring in het dekplaatje, dat de ten behoeve van
de optische centreerinrichting der theodolietjes aangebrachte
centrale opening dezer bus afsluit, met behulp van 2 zijwaarts
opgestelde theodolieten, op de bekende wijze, juist verticaal boven
de fijne boring, waardoor op den vloer het centrum van den pijler
is aangegeven, kan worden gesteld. Voor dit doel zijn onder in
den pijler in elk der zijwanden kleine openingen uitgespaard,
waardoor met de kijkers der bovenbedoelde theodolieten in twee
onderling «haaksche» richtingen de naald kan worden ingesteld,
welke na afschroeving van den dop in de fijne boring der
bronzen bout kan worden geplaatst, terwijl boven in den pijler
aan den achterkant eene opening is gelatén, waardoor de vleugel
moer der centreerbus kan worden vastgeklemd. Eene voorloopige
centreering der bus kan overigens plaats vinden met behulp van een
sChietloodje, dat gehangen kan worden aan een haakje, centrisch aan
gebracht onder de fijne boring van het dekplaatje der centreerbus.
De bovenbedoelde openingen beneden in den pijler dienen tevens
om er een 4 Volts lampje door naar binnen te brengen ten
behoeve van de verlichting van het pijler-centrum, terwijl zij
in samenwerking met de opening, welke boven in den achterwand