96 van den pijler werd gelaten, ook de luchtverversching en het onderhouden van eene gelijkmatige temperatuur in het inwen dige van den pijler bevorderen. Met behulp van eene eenvoudige centreerstift, welke op het beneden gedeelte van de bus der doorboorde verticale as van de kadaster-theodolietjes kan worden geschroefd, kunnen deze instru menten nu vlotweg boven het centrum van het dekplaatje der centreerbus worden geplaatst, terwijl na verwijdering van centreer stift en dekplaatje van de centreerbus in de verticaal gestelde kijker dezer theodolietjes het pijler-centrum op den vloer kan worden ingesteld, ten behoeve van de regeling der optische centreerinrichting. De hoogte van den waarnemingspijler werd in verband hier mede zoodanig genomen, dat een waarnemer van middelbare lengte nog in den aldus verticaal' gestelden kijker kan zien, zonder al te veel inspanning en zonder reeds te spoedig gebruik te moeten maken van het prisma, dat op het oculair kan worden geschroefd. Wanneer de omstandigheden dat mede brengen, wordt overigens in de behoeften voorzien door eene stevige voetbank, welke naast den pijler kan worden verplaatst. Ook de waarnemingspijler werd omkleed met eene teakhouten kast met paneelen van asbest; deze kast rust op den mozaïk- vloer en is daaraan bevestigd, doch staat geheel vrij van den waarnemingspijler, zoodat «druk» tegen de kast zich niet voort plant op den pijler. Wanneer geene waarnemingen worden gedaan is de pijler voortdurend afgesloten, door eene afneembare kap als voortzetting van de pijleromkleeding; deze kap is zoo ruim genomen, dat ook de grootste theodolieten gedurende de rust pauzen er plaats onder kunnen blijven vinden en daarmede dus beveiligd zijn tegen aanraking door onbevoegde handen. De microscopen of noniën der op den waarnemingspijler te onderzoeken instrumenten kunnen worden verlicht door een twee tal electrische lampjes van 4 Volt; de stroomkoorden dezer lampjes komen samen in een contactstuk, dat tijdens de waarnemingen in contact kan worden gebracht met een dergelijk stuk, dat op eenige doch voor een waarnemer van middelbare lengte be reikbare hoogte boven den pijler hangt. Het 5-tal 4 Volts- lampjes, waarmede de collimatoren, de microscopen of noniën en het pijlercentrum op den vloer kunnen worden verlicht, is aan-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 96