g8 visibile-» reeds hebben gezegd, worden op de instrumenten van den heer de Koningh in den laatsten tijd reeds kijkers aange bracht met ietwat grooter optisch vermogen, dan totnogtoe bij dergelijke instrumenten veelal gebruikelijk was en zoo zijn dan ook dezekadaster-theodolietjes van flinke kijkers voorzien. De loupen eveneens van voldoend optisch vermogen werden op practische wijze aangebracht en geven met behulp van cylindrische reflec toren een prettig belicht beeld van rand- en noniusverdeeling. De lengte der verdeelingsstrepen van den rand maakte voorts een punt van nauwgezette overweging uitde lengte dezer strepen werd om practische redenen korter genomen, dan veelal gebruikelijk is. Verschijnselen van optisch-physiologischen aard nopen tot de wenschelijkheid om de lengte der deelstrepen binnen zekere grenzen te houden, daar bij lange strepen tengevolge van het bund eivormige «aspect» de onderlinge afstand kleiner schijnt, dan bij kortere strepen, waardoor de aflezing wordt be- moeielijkt, ook wat de schatting der onderdeelen op den nonius betreft. Te kort mogen de deelstrepen ook weer niet zijn, omdat dan de meer of mindere mate van samenvalling der strepen van nonius en rand weder minder goed kan worden beoordeeldbij theodolieten met Hensoldtsche afleesmicroscopen kunnen te korte strepen verder last veroorzaken bij het evenwijdig stellen van de strepen der verdeeling op het diaphragma van de micros copen met die der verdeeling van den rand. Doelmatig werd het daarom geoordeeld voor de lengte der halvegraadstrepen het dubbelte nemen van den afstand der strepen en voor de lengte der volle graadstrepen wederom ongeveer het dubbel van de lengte der halve-graadstrepen. Bij de verdeeling der randen van deze theodolietjes werd hier mede rekening gehouden, met uitzondering echter van N°. 847, welk instrument bij wijze van proef het eerst werd afgewerkt. De alhidade bleek in den regel op de juiste hoogte te liggen, slechts 'n enkelen keer behoefde hierin iets te worden verbeterd; vooral te hooge ligging der alhidade kan spoedig hinderlijk zijn, daar bij het afdraaien van den binnenkant der verdeelde zilver- strook van den limbus geen mathematisch scherpe «kanthoek» optreedt, doch in meer of mindere mate ietwat «afronding» kan plaats vinden, waardoor dan de vizierlijn in de loupe bij te hooge of ook zelfs bij normale ligging van de alhidade tegen het voor-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 98