gó volume water. Na droging worden de biezen in 4 deelen ver deeld, drie ervan worden bevochtigd: één met alcohol van 85, één van 50 procent, één met water. Het overblijvende deel dient ter vergelijking. Goede inkt vertoont na deze behandeling geene verandering. De Heer van Ledden Hulsebosch, hoofd van een laborato rium voor chemisch onderzoek te Amsterdam, deelde mij het vol gende mede. «Meerdere jaren geleden werd door mijn vader «eene serie onderzoekingen verricht, betreffende de invloeden, «welke op verschillende papier- en inktsoorten worden uitgeoefend «door lucht, regen-, leiding-, grachtwater, zonlicht en cadaver- «bacteriën in den bodem. Bij dat onderzoek waren alle handels- «inkten betrokkenHij stelde zelf een documenten inkt samen, «voor welks onvergankelijkheid thans alle waarborgen bestaan «Ik moet u alsnog er op wijzen, dat mijn inkt naast zijn vele «uitmuntende eigenschappen er één vertoont, die licht last kan «veroorzaken: door zijn hoog gehalte aan deugdelijke bestand- «deelen kan hij niet goed tegen indikking in een openstaanden «inktkoker. Hij wordt dan onmiddellijk weer bruikbaar, indien «het verdampte water behoorlijk weer wordt aangevuld; beter is. «het echter, verdamping te voorkomen, door den inktpot goed te «sluiten, indien deze buiten gebruik is.» Van de karmijn-soorten bleken de verf in staafvorm en de oplossing van echte karmijn (cochenille) voldoende lichtecht, hoewel minder dan Talens' imitatie, die ook meer geschikt is voor het gebruik met de schrijfpen. De overige onderzochte oplossingen van karmijn of van blauw lieten na langdurige inwerking van zonlicht ternauwernood een spoor achter. Met andere oplossingen (sienna, oranje) was de uitkomst iets gunstiger. Echt Pruisisch blauw (in staafvorm) is lichtecht en papiervast, doch in geconcentreerden toestand niet watervast. Het laat geen spoor bij lichtdruk achter, is dus zeer geschikt voor inkleuring van wateren, ook op veldwerk of andere stukken die door licht druk zullen vermenigvuldigd worden. Op dergelijke stukken mogen niet voorkomen biezen van guttegom, sienna, gekleurd potlood enz. Lijnen of aanteekéningen van gewoon potlood niet al te zacht of bevochtigd hinderen niet. I. Boer Hz.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 104