De landmeter heeft dus een aantal eigenaren opgeroepen, ze zijn alle verschenen en ieder, op zijn beurt wordt uitgenoodigd de grenzen van zijn eigendom aan te wijzen. Daarbij kunnen zich verschillende gevallen voordoen: i°. de aanwijzing van twee aangrenzende eigenaren is gelijk luidend, b.v. n°. 2 en 3 (fig. i) wijzen beiden aan, dat de grens ligt 50 c.M. buiten de op n°. 3 staande heg; dan is terstond na het constateeren van die gelijkluidende aanwijzing en aanteekening daarvan door den landmeter die grens vastgesteld. Evenzoo gaat het met de heg tusschen n°s. 3 en 4, de schutting op n°. 7 en de muur op n°. 9; 2°. de aanwijzing van twee aangrenzende eigenaren stemt niet overeen. A wijst aan dat het midden van het gangetje tusschen zijn huis en dat van B de eigendomsgrens vormt; neen zegt B mijn huis stond vroeger korter bij dat van A; na afgebrand te zijn is de muur zoover terug gezet, dat de gang breeder werd en men er met een beladen kruiwagen goed door kan, wat vroeger onmogelijk was. De scheiding is het midden van de oude gang en ligt dus korter bij het huis van A dan van mij. En nu hangt het er maar van af of A en B toegankelijk zijn voor een kalm overredend woord, dan wel of ze heetgebakerd en plotseling oude aangedane beleedigingen weer schrijnend gevoelend, driftig op elkaar lostrekken niet alleen met scheldwoorden, soms zelfs met vuisten of wel deze gewapend met greep of schop of bijl. De taak van den landmeter is dan partijen tot elkaar te brengen en een vergelijk tot stand te doen komen. Ter eere van de Dierensche bevolking kan worden gezegd, dat ze zeer wel voor overreding vatbaar bleekwerd in een geval als hier bedoeld eens even door jalons aangegeven, wat de een en wat de ander als scheiding aanwees, dan bleek al spoedig, dat de kwestie liep over slechts enkele centimeters, met het gevolg dat A en B, in edelmoedigheid niet voor elkander willende onderdoen, den landmeter vroegen, wat die er van dacht: Zooals «meneer» het eerlijk vond zou't hun beiden goed zijn. Dan was spoedig uitgemaakt op hoeveel afstand van ieders huis de scheiding moest worden vastgesteld om beiden tevreden te stellen, de cijfers werden gezamenlijk geconstateerd, door den landmeter aangeteekend ener was een geschil opgelost. 30. Partijen hebben volstrekt geen kwestie met elkaar, maar I 12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 120