127
van de bestaande, is dit toch altijd gewenscht. Van deze calque
worden minstens 4 reproducties vervaardigd voor minuutplan,
netteplan, veldplan en gemeenteplan.
Men krijgt dus 2 soorten van kaarten: het bijblad, dat gekaar-
teerd is en dient voor de bijhouding en waarop alleen voorkomen
de eigendomsgrenzen en de technische grondslag en de andere
stellen, die bovendien bevatten de onderverdeeling van het terrein.
Deze laatste komen het meest overeen met de bestaande kaarten.
Alleen hebben zij dit voor, dat men dadelijk kan zien, wat eigen
domsscheidingen zijn, daar de dikke lijnen dit duidelijk aantoonen.
Men moet wel in het oog houden, dat deze kaarten niet be
stemd zijn om daaruit grensuitzettingen te verrichten. De archi
tect of opzichter, die met een biseau daarop een afstand napast
en daaruit eene scheiding uitzet, zooals hij met eigen teekeningen
zoo vaak doet, zal deze kaarten daarvoor niet kunnen gebruiken,
maar dit is trouwens altijd verkeerd geweest. Op teekeningen
van gebouwen, die op schaal 1 a 50 of 1 a 100 zijn, kan dit
geschieden, maar de kadastrale kaart op schaal x a 1000 of
1 a 5000 is daarvoor niet bruikbaar en men zal bijna altijd tot
vei'keerde conclusies komen, wanneer men die toch daarvoor
gebruikt. Grensuitzettingen kunnen alleen geschieden op den
grondslag van gemeten cijfers, iedere andere grensbepaling moet
aanleiding geven tot onnauwkeurigheden.
In het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, jaargang
1918 vindt men op blz. 31 en volgende een artikel van den Heer
Boer handelende over de boekhouding bij het vernieuwde kadaster
der gemeente Dieren. Dit artikel bekend veronderstellende zal
ik alleen nog even spreken over het voor het kadaster daarin
ontwikkelde systeem, een novum voor ons: het kaartsysteem.
Bij de boekhouding worden 3 soorten van kaarten gebruikt,
de artikelkaarten vervangende den legger,
de perceelkaarten die in de plaats treden van het reg n°. 71
en bovendien als schattingskaart moeten dienen
en de naamkaarten ter vervanging van de naamlijst.
Volgt een demonstratie van de inrichting der kaarten en de wijze waarop die
worden opgeborgen in de daarvoor bestemde kastjes (zie ook het bovenaangehaalde
artikel in het tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde.