10. F. B. Löhnis, oud-inspecteur van den Landbouw, te Scheve- ningen; 11. Prof. M. F. Visser, directeur van het Instituut voor land bouwwerktuigen en -gebouwen, te Wageningen; 12. B. W. Okma, lid van Gedeputeerde Staten in Friesland, te Ypecolsga; 13. J. P. van Lonkhuyzen, directeur der Nederlandsche Heide maatschappij, te Arnhem; 14. S. L. Louwes, Rijkslandbouwieeraar, te Hengeloo; 15. Th. J. Mansholt, Rijkslandbouwleeraar, te 's-Gravenhage. Het op te richten «Rijksbureau voor de Ontwatering» zal ressorteeren onder het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel en tot taak hebben: a. het instellen van een stelselmatig onderzoek naar de af watering van gronden; b. Jiet nagaan van de wijze waarop in deze afwatering ver betering zou kunnen worden gebracht; c. het ontwerpen van plannen ter verbetering van den water afvoer; d. het maken van propaganda voor de uitvoering dezer plannen. Met de instelling dezer «Commissie voor Ontwatering» is eene eerste gewichtige schrede in de gewenschtejrichting gedaan en wanneer met de noodige voortvarendheid «de hand aan den ploeg wordt geslagen», kunnen wij binnen korten tijd zijn ver lost van den duldeloozen toestand, dat duizenden bij duizenden hectaren dikwerf vrij goeden grond ter gezamenlijke grootte van onze provincie Overijsel schier weinig anders opbrengen dan een veelal schralen oogst van minderwaardig hooi, welke oogst daarenboven soms nog verloren gaat, doordat in regenachtige perioden het snel rijzende boezemwater het binnenhalen van het hooi verhindert, dat dan maar al te vaak met het inundeerende water stroomafwaarts wordt gevoerd. Een breede meerenrijke gordel van lage in den winter soms maanden lang onder water staande boezemlanden, ter grootte van ongeveer 30000 H.A. doorsnijdt de provincie Friesland van het Z.W. naar het N.O. Wanneer het water eindelijk voldoende is afgeloopen, vertoont zich hier in een tijd, dat elders de weiden reeds groenen, nog eene troostelooze vlakte, bruingrijs gekleurd 153

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 161