1.55
Ook hier zal vaak de met de ontwatering beoogde verbetering
met eene oordeelkundige ruilverka velin g gepaard moeten gaan.
In de stroomdalen, waarlangs de vele sterk kronkelende Aa's
het water afvoeren van het vrij vlakke diluviale plateau der pro
vincie Drenthe, vinden wij denzelfden noodtoestand ten opzichte
van den waterafvoer en in de provincie Overijsel is het nog
droeviger gesteld; eene oppervlakte van ongeveer 20.000 H.A.
meerendeels zeer goede gronden lijdt hier onder den ge-
brekkigen waterafvoer. Men denke hier slechts aan de omgeving,
waar ook de «Dalfser Hooislagen» zijn gelegen, zoo treurig
vermaard door de vergeefsche thans weder hervatte pogingen
der Nederlandsche Heidemaatschappij om hier. eene ruilverkave
ling tot stand te brengen. Ook in andere deelen dezer provincie
kan de over het geheel achterlijke landbouw zich slechts naar
behooren ontwikkelen, wanneer de waterafvoer beter wordt geregeld.
In de provincie Gelderland is dringend verbetering van de
onvoldoende afwatering noodig ten opzichte van eene oppervlakte
van ongeveer 28000 H.A., gelegen in het gebied tusschen Ouden
IJsel en Berkel en dan nog roept de Gelderse he Vallei, langs
de grenzen der provinciën Gelderland en Utrecht, reeds eeuwen
lang om voorziening.
Aan pogingen om hier verbetering in den toestand te brengen
heeft het van oudsher niet ontbroken. In eene oorkonde van het
jaar 1165 verklaarde keizer Frederik I, dat het water «quasi
mors q.uotidiana» als een dagelijksch doodsgevaar de
goederen bedreigde van den bisschop van Utrecht en van de
graven van Cleef, Gelder en Holland en hij verordende, dat door
de «Noda» de Neude tusschen Wageningen en den Grebbe-
berg een kanaal zou worden gegraven, waardoor het water
van den Rijn «ten eeuwigen dage» onverhinderd naar zee zou
stroomen. Het bleef echter bij dit goede voornemen. Omstreeks
het jaar 1530 liet Gelderlands ondernemende hertog Karei van
Egmond een aanvang maken met het graven van een kanaal
ter verbinding van Rijn en Zuiderzee en ter afwatering van de
Geldersche Vallei; de overblijfselen van dit kanaal zijn onder de
benaming «Oude Rijn» thans nog aanwezig in de Buurtschap
Hoik in de gemeente Nijkerk. Helaas, ook toen doorleefde men
benarde tijden, de grootsche onderneming werd gestaakt en ook
thans nog zucht de Vallei onder overlast van water.