156
De aan artesische bronnen rijke vallei, waarin blijkens de aan
geboorde lagen van het Eemstelsel in eene vroegere periode
Zuidwaarts tot bij Veenendaal een zeearm doordrong, waterde
in lateren tijd voor dit gedeelte langs de «Eem» af naar de
Zuiderzee, terwijl het zuidelijke gedeelte langs de thans grooten-
deels verdwenen, doch in den bochtigen loop der begrenzing
tusschen de provinciën Gelderland en Utrecht nog te volgen,
«Kromme Eem» afwaterde naar den Rijn.
Ten behoeve van de ontginning der rijke veenlagen in de
vallei liet Bisschop David van Bourgondië tusschen 1473 en
1481 de naar hem genoemde «Bisschop Davids-Grift» graven
naar en langs de «Kromme Eem», terwijl de Antwerpenaar
Gillebert van Schonerbeke ingevolge octrooi van Keizer Karei V,
ter ontginning van de meer westwaarts gelegen venen, de «Schoner-
beeksche Grift» daarstelde, waardoor eene verbinding tot stand
kwam tusschen de Bisschop Davids-Grift of «Grebbe» en- de
Lunterensche Beek als bovenloop van de Eem.
De watermassa's, welke door de talrijke beken van het Veluwsche
hoogplateau werden aangevoerd, doch vooral ook de herhaalde
doorbraken van den Rijndijk, waardoor de vallei dan geheel werd
geïnundeerd, baarden steeds veel zorg en eindelijk besloten dan
ook de Utrechtenaren in 1652, om den nog bestaanden «Slaper
dijk» tusschen de Amerongensche heuvelen en den Emmink-
huizerberg en verder noordwaarts langs de Geldersche grens aan
te leggen, als beveiliging tegen het steeds dreigende water
gevaar.
Na voortdurende oneenigheden tusschen de wederzijdsche pro
vinciën werd eindelijk de afvoer van het Geldersche water door
de sluizen in den Slaperdijk bij de «Roode Haan» naar de
Eem geregeld bij Conventies van 1714, 1727, 1740, 1746, enz.;
de toestand bleef echter steeds zeer onbevredigend en alle pogingen
van lateren tijd om hier afdoende verbetering te brengen, hebben
steeds schipbreuk geleden.
De voortschrijdende ontginning der woeste gronden op de
Veluwe, waardoor het bovengronds afstroomende water langs
slooten en greppels thans sneller dan vroeger de daarenboven
thans veel verbeterde beken kan bereiken het «grondwater»
heeft daarentegen een 3 a 4-tal eeuwen noodig om van het centrum
der Veluwe naar de Geldersche vallei af te vloeien kan in