157
regenachtige perioden in hooge mate den overlast van water
voor de cultuurgronden der vallei nog verergeren, zoodat hier
hoe langer hoe meer spoedige voorziening dringend noodzakelijk is.
Reeds in 1629 inundeerde Prins Maurits vermoedelijk op
raad van Simon S te vin de Geldersche vallei, ten einde een
inval van de Spanjaarden van uit de Veluwe te belemmeren en
ook in lateren tijd heeft de vallei als «Geldersche waterlinie»
eene rol vervuld; moge dit thans voorgoed voorbij zijn.
Ook in de Betuwe is ter bevordering van eene meer inten
sieve cultuur eene betere regeling van den waterafvoer dringend
noodzakelijk.
De stand van het grondwater is voor de ontwikkeling van de
flora, welke de bodem draagt, van de hoogste beteekenis. In den
grondwatergordel dringen de planten niet door met hunne wortels;
bij geregeld te hoogen stand van het grondwater steunen ook
de hoogste boomen niet op een diep verankerd wortelsysteem,
doch op een breed horizontaal vertakt wortelgestel, dat in eene
vaak slechts enkele decimeters dikke bovenlaag den noodigen
steun moet vinden. Menig vrij zware boom die dus reeds tien
tallen van jaren de stormen heeft getrotseerd bezwijkt dan
ook wanneer in natte, winderige zomers de dichtbebladerde, van
water druipende kroon, aan de zwiepende storm- en regenvlagen
weerstand moet bieden in eene richting, waarin het wortelgestel
het slechtst is ontwikkeld.
Een typisch voorbeeld der afhankelijkheid van de plant van
het water, zoowel boven- als ondergronds, biedt onze heidevege-
tatie; nergens ontwikkelt zich de heide schooner dan tusschen
Schelde en Eems, dus binnen onze grenzen, omdat de heideplant
hoe paradoxaal het ook klinken moge voor hare ontwikke
ling een vrij vochtigen dampkring behoeft. In den grond vormt
zich echter langzaam aan onder deze vegetatie, op eene diepte
waar zij niet meer door de vorst kan worden verstoord, eene
voor het water en de wortels der planten ondoordringbare «oer-
zandlaag», met dit gevolg, dat in drooge zomers groote uitge
strektheden der heidevegetatie plotseling kunnen afsterven ten
gevolge van verdroging.
Naar mate de grondwaterspiegel daalt en de ontzuring van
den bodem voörschrijdt, dringen de planten met hun wortelsysteem
tot diepere lagen door. Onze tweejarige graangewassen kunnen