kaveling in een toestand te brengen, welke kan leiden tot ver hooging der productiviteit van dit gebied. Laat ons hopen, dat de bij de Ballumer Mieden verkregen uitkomsten onze landbouwende bevolking spoedig mogen over tuigen van het groote nut eener ruilverkaveling, doch tevens, dat de wettelijke regeling dezer aangelegenheid niet al te lang meer op zich moge laten wachten. T. Polêe. OPLEIDING DER LANDMETERS VAN HET KADASTER AAN DE LANDBOUW-HOOGESCHOOL TE WAGENINGEN. Bij Kon. Besluit d.d. 16 September 1918, (Stblad N°. 548), zijn de noodige voorzieningen getroffen betreffende den driejarigen cursus ter opleiding van landmeters aan de Landbouw-Hoogeschool te Wageningen, overeenkomstig het bij dit besluit behoorende leerplan. In eene volgende aflevering van ons tijdschrift hopen wij hierop nader terug te komen, onder mededeeling van het leerplan. T. Polêe. REORGANISATIE VAN DEN KADASTRALEN DIENST. De ten vorigen jare, naar aanleiding van het desbetreffende voorstel van de heeren H. F. va'n Riel en W. Smit Jr., ter Alge- meene Vergadering aan het Bestuur onzer Vereeniging verstrekte opdracht tot benoeming van eene „Commissie voor de Reor ganisatie van den Kadastralen Dienst", heeft geleid tot het samenstellen van eene dergelijke Commissie van Regeeringswege. Bij Min. Besl. d.d. 19 Augustus 1918, N°. 142, Afd. Hyp. en Kad. werden tot leden dezer Commissie benoemd de heeren: 1. J. van Her wijnen, Notaris te's Gravenhage (Rijnstraat), tevens voorzitter; 2. J. R. G. H. Berger, Bewaarder van de Hypotheken, het Ka daster en de Scheepsbewijzen, te 's-Hertogenbosch 3. I. Boer Hzn., Ingenieur-Verificateur van het Kadaster te Arnhem I5Q

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 167