A en B zijn de oorsprongen, A C en B D de beide assen van het coördinatenstelsel CD is eene willekeurige raaklijn aan den cirkel, de coördinaten van C D zijn u en v. Wij trekken door het middelpunt van den cirkel M eene loodlijn P Q op de beide assen, de coördinaten van die loodlijn zijn u0 en% Is P C U, QD—V dan wordt: v r0 -i- V (2) Trekken wij door de punten R en S nog lijnen, evenwijdig aan de assen, terwijl wij noemen: RE= U',SF= F', dan blijkt onmiddellijk uit de figuur r2= U' V (3) Is R P p S Q q, de hoek tusschen CD en P Q dan vinden wij gemakkelijk: V— V' 4" q tang (4) U— U' +p tang (5) V— U tang (6) p q 2 r Door eliminatie van tg x, U' en V' uit (3) (4) (5) en (6 vinden wij de gevraagde betrekking tusschen U en V in dezen vorm: r»a UVA-pq _(P V 1 U){V- U) P q ^r)2 Door substitutie van (1) en (2) vinden wij daarna de betrekking tusschen de u en v. De betrekking blijkt van den tweeden graad te zijn. Wanneer de straal van de cirkel o wordt, schrompelt deze tot een enkel punt ineen. Voor dit bijzondere geval wordt: o w waaruit men na eenvoudige algebraïsche herleiding vindt: (q Up V)2 o, een volkomen vierkant. (9) De vergelijking valt uiteen in 2 gelijke betrekkingen q U p F=o van den eersten graad. (10) Substitutie van (1) en (2) in (10) levert: qupv—p v0 q u0 (ll) of in het algemeen: a u-\-b vco (12) Elke vergelijking van den eersten graad stelt een punt voor. 20 ii u§ -j— U (i)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 20