f- dus: P —d~^~h Men vindt de lijn die de punten: Een derde punt a3 u b3 v c3 o ligt op de verbindingslijn van de beide eerste punten, wanneer: ch. b3 c3 o (13) a3 b3 c3 Uit (12) in verband met (11) volgt: a b q~ p a q of en ~r~ïdus ci b q p d b p q d a b b a -j- b - p d x a -)- b Uit de figuur leiden wij boven dien nog af: <1 MP— A Q X d' Hierin is A Q de waarde voor u bij v o dus: A O— a en: MP=-C-XJ a -f- b (16) fig 2 FR Ffc II. Tweeërlei interpretatie van eenzelfde VERGELIJKING. Herinneren wij ons de algemeen bekende betrekkingen tusschen een vergelijking en puntcoördinaten {cartesiaansche coördinaten en stellen wij die tegenover de betrekkingen tusschen diezelfde vergelijking en parallelle coördinaten, dan komen wij tot de volgende eigenschappen. 2 I CL\ 11 J— b\ V C\ 2= O en a3 a -jb2 v jC2 o verbindt, door oplossing van deze vergelijkingen. ci\ b\ C\ Cl S>C-) ('4) •5) Z

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 21