Wanneer X, Y en Z aan de vergelijking voldoen, liggen de 3 punten overeenkomstig (21) geconstrueerd met behulp van deze waarden X, Y en Zop één rechte. Aan X, Y en Z worden achtereenvolgens ronde waarden toegekend en daarmee worden zooveel punten geteekend, als men noodig heeft. Tusschen die ronde waarden interpoleert men op het oog. VI. Toepassing. De betrekkingen tusschen kleine veranderingen en Ay, welke men aan de coördinaten van een punt aanbrengt en de wijziging in het azimuth van een vast punt naar het bedoelde veranderlijke punt is van den vorm: Acp aAx-\-èAy. Drukt men daarbij A 0 uit in c c dan is: cos 0 7 sin 0 a occ en b occ ot wel: sin 0 cos 0 sin 0 cos 0 x r y Deze laatste vorm is bijzonder geschikt voor de constructie van een nomogram omdat, afgezien van het teeken, dat afzonderlijk moet worden bepaald, één zelfde nomogram, beide waarden a en b kan leveren. De uitdrukking is te schrijven: sin 2 0 a 1li cfic. x r waaruit log a -j- log x log sin 2 0 log V2 pcc o. (22) Uit deze vergelijking isoleert men de veranderlijken a, x en 0, door te stellen: u log x o (23) v m (lo& sin 2 0 log 1/2 pcc) o (24) Men ziet onmiddelijk, dat de substitutie van (23) en (24) in (25) de oorspronkelijke vergelijking (22) oplevert. De grootheden pt 26 a XX_ „cc b—-pcc. u 1 v 11 t 1-j~ log a o. (25) 1 ft 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 26