Theoretisch is hiermee het vraagstuk opgelost. Praktisch doen zich allerlei moeielijkheden voor, die in verband met het gebruik, dat van het nomogram zal worden gemaakt, moeten worden op gelost. Zoo dient te worden beslist, welke begin- en eindwaarden der veranderlijken x en cp moeten worden aangenomen, opdat het nomogram aan de behoeften kan voldoen. Het zou niet praktisch zijn, voor de ^-schaal als grenzen te nemen o en oo de schaal zou zich naar beide zijden tot het oneindige moeten uitstrekken; men kan volstaan met de grenzen 100 M. en iooo M. Neemt men tusschen deze beide punten van de schaal een afstand van 40 c.M., dan zijn de intervallen voldoende groot om de a en b met de noodige nauwkeurigheid te bepalen. Komt het voor, dat de gegeven x kleiner is dan 100 M. b.v. 75 M., dan zoekt men de a op bij 750 M. en vermenigvuldigt het resultaat met 10, omgekeerd zal het opzoeken van een a bij een x tusschen 1000 M. en 10000 M. aanleiding geven tot eene deeling door 10. Deze bijkomende berekening geeft niet gauw aanleiding tot vergissing. Moeielijker wordt de keuze van de grenzen van 0. Log sin V2 0 loopt van o tot 00het is niet mogelijk met een bepaald deel van de schaal te volstaan, want de overige waarden kunnen niet gevonden worden door een hulpberekening van geringen om vang. Van theoretischen kant bekeken, lijkt de onderste grens een onoverkomelijk struikelblok. Door de praktische kant te belichten, komen wij echter tot eene oplossing. De getallen a en b behoeven maar met een vrij geringen graad van nauwkeurigheid bekend te zijn, daarom kan men volstaan met eene afronding tot 0.1 g. van de 0, en hoeken in het eerste kwadrant beneden o. 1 g. en tusschen 99.9 g. en 100 g. respectievelijk te vervangen door o. 1 g. en 99.9 g. De mogelijkheid der uitvoering van het nomogram is daarmee buiten twijfel gesteld. Maar om de grootte van het papier kan de lengte van de schaal tusschen de uiterste punten een afstand van 40 c.M. niet overschrijden. De schaal van log sin 2 0 is verre van regelmatig; bij kleine waarde van 0 zijn de intervallen zeer groot, in de nabijheid van 0 50 g. zijn zij echter zeer klein. Dit leidt er toe, dat in het nomogram zich de verdeeling in de nabijheid van 50 g. sterk ophoopt, waardoor de intervallen tusschen de verschillende waarden te gering worden om de a en b voldoende nauwkeurig te bepalen. Om hierin te voorzien, is de schaal der 0 in stukken Verdeeld en elk der onderdeelen door vermenig- 28

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 28