34
Oppervlakten grond die, wat eigendom en andere zakelijke rechten
betreft, in denzelfden juridieken toestand verkeeren, zooals in het
artikel van den kadastralen legger;
economische eenheid, omvattende dat deel eener juridieke een
heid dat voor de exploitatie van den bodem bijeen behoort
(boerderij, houtvesterij enz.);
eigendomsperceel, dat alle samenhangende gronden omvat, waarop
dezelfde eigenaar dezelfde rechten uitoefent.
Het eigendomsperceel nu vormt den grondslag zoowel voor de
ontworpen boekhouding op de grondbelasting als voor die op de
hypotheken.
De juridieke eenheid, samengesteld uit de eigendomsperceelen
(ïlots de propriété) die, verspreid gelegen (archipel), gezamenlijk
aan één eigenaar behooren, vormt den grondslag voor de kadastrale
boekhouding. De kadastrale legger blijft fungeeren als overzicht
voor de hypothecaire boekhouding en als. verzameling voor de
boekhouding ten behoeve der grondbelasting, doch die twee branches
worden overigens volledig van elkaar gescheiden.
Zoolang men zich voor de zoogenaamde hypothecaire boekhouding
in hoofdzaak bepaalt tot het aanhouden van klappers op de over-
en ingeschreven akten, zal de kadastrale legger een onmisbare
aanvulling voor die boekhouding moeten blijven.
Voor de grondbelasting is, naast de kennis van de belastbare
waarde van elk eigendomsperceel, noodig een overzicht van die
waarde voor iederen belastingplichtige, want anders zou men even
veel aanslagbiljetten moeten opmaken als een eigenaar afzonder
lijke eigendommen heeft.
Verleent nu de kadastrale legger den doortocht aan de per
eigendom bepaalde belastbare waarden naar den verzamelingslegger
en zoo naar het kohier, dan wordt dubbel schrijfwerk voorkomen
en profiteert de boekhouding ten behoeve van de grondbelasting
van de bijhouding der belastingplichtigen door de overboekingen
tengevolge van overgeschreven akten en successie-memoriën. Deze
goede zijde van de bestaande boekhouding wordt behouden, doch op
zoodanige wijze dat grondbelasting en hypotheken elkaar niet meer
in de wielen rijden en elk in de tegenwoordige of nog te scheppen
behoeften volledig kan voorzien zonder de andere te hinderen.
De inrichting van het kadastrale plan staat in onafscheidelijk
verband met de inrichting der boekhouding. Het is dus ingedeeld