38 de periodieke herziening om den schatter de noodige voorlichting te verschaffen en om de uitkomsten op te nemen van periodieke en tusschentijdsche herschattingen. De bijhouding heeft op dezelfde wijze plaats als thans in den legger ingeval van stichting, bijbouw, afbraak, enz. of van wijziging in de indeeling der cultuurperceelen. Na de invoering der ontworpen wet op de grondbelasting zal het cultuurperceel zijne beteekenis voor den fiscus grootendeels verliezen. Onder het bestaande stelsel is de grootte van dat perceel een factor voor de bepaling van de belastbare opbrengst. Bij wijziging der indeeling moet daarom blijken, uit welke perceels gedeelten een nieuw perceel is ontstaan, want de belastbare op brengst per hectare kan voor elk gedeelte verschillend zijn. Voor de berekening der belastbare opbrengst van het nieuwe perceel moet men daarom de grootte kennen van elk onderdeel, waaruit het is ontstaan. Dit nu vervalt bij schatting der belastbare waarde van «eigendommen». De schatter zal de oppervlakte van een eigendom raadplegen, misschien ook hier en daar de grootte van een onderdeel, doch, eenmaal vastgesteld, blijft de belastbare waarde onveranderd, al zou de grootte van een eigendom bij het kadaster gewijzigd worden. Het verband tusschen cultuur-perceelen en belasting zal worden verbroken. Het zou daarna verkwisting van tijd en geld zijn, als men nog, bij wijziging in de onderverdeeling van een eigen dom, de afstamming tusschen de oude en nieuwe cultuurperceelen en de grootten van perceelsgedeelten wilde bepalen. Geen andere eisch behoeft voor bijhouding dier wijzigingen gesteld te worden dan dat het totaal der grootten van de cultuurperceelen blijft kloppen met de grootte van het eigendomsperceel. Hieruit volgt dat de opmaking van staten 75 bij de vernieuwing van het kadaster en ter bijhouding van wijzigingen in de indeeling der cultuurperceelen of bij stichting, bijbouw, afbraak enz. kan nagelaten worden. Staat 75. Ter bijhouding van wijzigingen in de indeeling van «eigen dommen» blijft de staat 75 dienst doen. Deze behoeft niet per dienstjaar, doch kan doorloopend voor elke sectie afzonderlijk worden ingericht, waardoor op den duur een gemakkelijk over zicht wordt bevorderd. (Bij de invoering van den nieuwen belasting-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 38