47 voordeelig zou zijn, werd vrij spoedig ingezien. Enkele tegen werpingen waren eigenaardig genoeg, om ze hier te vermelden. Er zouden bijv. hekken met puntdraad in de mieden worden geplaatst. Het hier achter verscholen bezwaar komt hierop neer, dat het aanleggen van wegen met slooten, diepe gruppen en andere afsluitingen het einde zou beteekenen van den vrij gang, d. i. van de gemeenschappelijke beweiding na 't binnenhalen van den oogst; totnogtoe bestonden de scheidingen uit grupjes van geringe diepte, hoopjes aarde of een uitgestoken spit met letter- teekens, doch nergens uit flinke, vee-keerende afsluitingen. Het merkwaardigste was wel het motief tegen de ruilverkave ling, dat de zoo aanbevolen en dus grootere productiviteit van den bodem belovende verbetering de bewoners der andere dorpen van »het eiland bij verhuring of verkoop van land in de mieden zou aanlokken en dus concurrentie inplaats van voordeel zou geven. Gehechtheid aan den van oudsher bezeten grond en vrees voor 't nieuwe waren de werkelijke oorzaken van den tegenstand. Slechts bij zeer enkelen konden de bezwaren niet weggeredeneerd worden; ook zij echter zijn gezwicht voor den algemeenen aan drang. Toen het zich liet aanzien, dat wel alle handteekeningen voor het contract verkregen zouden worden, werd samenwerking met speciaal landmeetkundige hulp van het kadaster gezocht en ver kregen. Ondergeteekende werd met het verstrekken daarvan belast. Den 28en Mei 1915 werd te Ballum eene vergadering ge houden, waarin allen, die bij deze ruilverkaveling waren betrokken, aanwezig of vertegenwoordigd waren, o. a. de Heidemaat schappij, het waterschap de Grieën op Ameland, dat de aan te leggen wegen en de te graven waterlossingen op naam zou krijgen, de ruilverkavelingscommissie en het kadaster. In die vergadering werd den Ballumers medegedeeld, dat het kadaster in 't vervolg met de Heidemaatschappij zou samenwerken, en werd verder nog een en ander besproken betreffende den zodendijk, gelegen om de geheele west-, zuid- en oostkant van de mieden. Deze betrekkelijk lage dijk diende vroeger als zee wering, wanneer bij storm de vloed de omgelegen markgronden overstroomde en ook de mieden bedreigde. Vele malen is hij

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 47