49
Meter ongeveer wordt hij gesneden door loodrecht daarop staande
zijwegen van 9 Meter breedte, die Westwaarts naar het dorp
leiden. De midden tusschen deze zijwegen ontworpen water
lossingen zijn 3 Meter breed. De nieuwe perceelen worden dus
een kleine 120 Meter diep. In het westelijk gedeelte zijn 3 wegen
van 9 Meter breedte.
Het sprak van zelf, waar omtrek en indeeling zouden veranderen,
dat eene geheel nieuwe zelfstandige kaart gemaakt moest worden.
De driehoeksmeting geeft niet tot bijzondere opmerkingen
aanleiding. Eenige steenen verkenmerken werden geplaatst, die
door puntbepaling uit nog bestaande punten van de markverdeeling
vastgelegd konden worden. Deze laatste lagen in het terrein der
vroegere mark, buiten den zodendijk, en wel dicht ertegen aan.
Er moesten daarom in dezen zwaren kleidijk nog al eens diepe
waarnemingsgleuven worden gegraven. Enkele steenen verken-
merken van de markverdeeling, welke gevaar liepen gestoord te
zullen worden door het in cultuur brengen van den grond, na
den zeedijksaanleg, werden verzekerd, door dicht erbij op veilige
plaatsen, andere verkenmerken te plaatsen en in de driehoeks
meting op te nemen.
Gebruikt is de tweedeelige grenssteen van cement, met den
grond gelijk geplaatst.
De detailmeting moest geschieden toen 't gras hoog stond, wat
onaangenaam voor de eigenaren en lastig voor den opnemer was.
Er kon echter niet gewacht worden met 't oog op de omvangrijke,
tijdroovende afwerking, zoowel bij 't kadaster als door de Heide
maatschappij. Eigenaardig was bij de opname, dat de nieuwe
toestand alleen nog maar door palen en piketten was aangegeven
en dat de op 't veldwerk aangeteekende wegen en waterlossingen
niet als zoodanig op het terrein zichtbaar waren, wel echter de
vele grupjes etc., die niet opgenomen werden.
Van de schattingsblokken zijn de omtrekken, die grooten-
deels uit perceelgrenzen bestonden, niet opgenomen, doch op het
berekeningsplan van het bestaande kadastrale plan overgenomen,
op die plaatsen aangevuld, waar perceels- en schattingsgrenzen
niet samenvielen. Wenschelijk is wel, eenige markante punten
dier grenzen in de meting op te nemen, echter is opname der
volledige waarde-grenzen onnoodig. Er bestaat eene disharmonie
tusschen de nauwkeurige grootte- en waarde-berekeningen en de