5 strekkend wetsontwerp, terwijl aan den tegenwoordigen Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel Posthuma de eer toekomt den weg naar het Staatsblad voor dit wetsontwerp te hebben geëffend. Eene principieele aangelegenheid, van de hoogste beteekenis voor de toekomst van Wagen in gen, dreigde nog eene korte wijle de illusie wreed te zullen verstoren, daar de tweeledige vraag moest worden overwogen of Wageningen wel de meest geschikte plaats was voor de vestiging van de toekomstige Land- bouw-Hoogeschool en of het wellicht ook beter zou zijn, deze als 6e Faculteit toe te voegen aan eene reeds bestaande Rijks- Universiteit. Wageningen toch ligt niet onmiddellijk aan eene hoofdlijn van het wereldverkeersnet; Noordwaarts, Oostwaarts en Westwaarts heeft het echter door middel van stoomtramlijnen aansluiting aan de spoorwegstations «Ede», «Arnhem» en «Rhenen». Onder de levensvoorwaarden eener «Hoogeschool» telt verder in de eerste plaats mede, de mogelijkheid van gemakkelijk verkeer met het volle wetenschappelijke leven van den tegenwoordigen tijd; voor de landbouwwetenschap treedt daarnaast op den voor grond de behoefte aan eene geheel zelfstandige inrichting van «Hooger Onderwijs», waar de wetenschap en de methoden van onderzoek kunnen worden beoefend in nauwe aansluiting aan de eischen van de landbouwpraktijk. Na zorgvuldig wikken en wegen zegevierde eindelijk de meening van hen, die van oordeel waren, dat mogelijke voordeelen eener verplaatsing naar elders in elk geval te duur zouden worden ge kocht voor het groote bedrag der daaraan verbonden kosten en aldus bleef Wageningen, met doortrekking van de historische lijn, ook in het bezit van onze nieuwe Landbou w-Hoogeschool. Zoo daagde dan eindelijk de blijde morgen van den 9 Maart 1918, waarop de nieuwe Hoogeschool door Minister Posthuma namens de regeering voor «geopend» zou worden verklaard; velen, in meer of mindere mate, bij ons Hooger Landbouw-Onderwijs geinteresseerd, waren uitgenoodigd, om bij de plechtigheid der opening, welke in het Kerkgebouw der Ned. Herv. Gemeente zou plaats vinden, tegenwoordig te zijn; daarna werd door den Senaat receptie gehouden in «Junushof». Den dag te voren had inmiddels reeds eene andere in het grijs verleden wortelende ceremonie plaats gevonden; in een der lokalen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 5