57
kan zijn bij wettelijke regeling, waar niet als bij eene vrijwillige,
met soms niet verstandige wenschen van betrokkenen behoeft
rekening te worden gehouden.
Bovendien kan alleen bij wettelijke regeling de administratie
(eigendomsovergang-hypotheken) eenvoudig en goedkoop gehouden
worden; bij eene volgende ruilverkaveling zal het kadaster niet
geheel kosteloos hulp verleenen. En wie ook weet, dat eenige
eigenaren uit het dorp Hollum tegen het door andere Hollumers
lot de Heidemaatschappij gerichte verzoek om ook de Hollumer
mieden door middel van ruilverkaveling te verbeteren, nog be
zwaren en welke aanvoeren (Hollum en Ballum liggen
op een afstand van slechts 5 K.M. van elkander), die zal dwang,
in den vorm van wettelijke regeling, gewenscht moeten vinden.
Tot slot thans nog een enkel woord over de samenwerking
tusschen' kadaster en Heidemaatschappij. Een deel van den door
den landmeter van het kadaster geleverden arbeid, was uitsluitend
van landmeetkundige aard, het grootste gedeelte echter van land-
meetkundig-kadastralen aard; m. a. w. indien de ruilverkaveling
tot stand was gekomen zonder de medewerking van het kadaster,
dan zou deze instelling na het inkomen van de akte waarvan
het opmaken voor een niet kadasterambtenaar hoogst moeielijk
zou zijn geweest een groot deel, dat op 2h wordt geschat,
van 't nu verrichte werk, toch hebben moeten doen. Dit deel
zou dan tweemaal zijn gedaan; eerst door de Heidemaatschappij,
daarna door het kadaster, 't Is dus wenschelijk, dat het kadaster
van 't begin af aan medewerkt. Buitendien ontstaat bij de nu ge
volgde werkwijze een logisch en innig verband tusschen akte,
terrein en kadaster, dat aan 't geheel ten gcede komt. Verder
kwamen enkele malen tijdens den loop van het werk kwesties
voor, die alleen met behulp van het kadastrale archief waren
uit te maken.
Velen zullen de Nederlandsche Heidemaatschappij beschouwen
als aangewezen, om hare hulp bij ruilverkavelingen te verleenen.
Dat deze niet spoedig zonder kadastraal-landmeetkundige hulp
tot stand zullen komen, hoop ik in het bovenstaande te hebben
aannemelijk gemaakt.
H. J. Klompe.