58
UIT DE PRACTIJK.
Onder bovenstaanden titel stel ik me voor verschillende onder
werpen uit de practijk, welke geacht kunnen worden daarvoor
in aanmerking te komen, onder de aandacht te brengen van de
collega's, die mogelijk weer op hun beurt onder hetzelfde hoofd
hun ervaringen en bevindingen inzake de toepassing der kadastrale
wetgeving en daarmee samenhangende wetten en bepalingen in
dit tijdschrift zullen mededeelen of bespreken.
Zooals algemeen bekend verondersteld mag worden, is men
tegenwoordig o. a. bezig nieuwe voorschriften etc. te ontwerpen
voor den kadastralen dienst in Nederlandsch-Indië, daarbij natuur
lijk rekening houdende, zooveel als mogelijk is met de opgedane
practijk inzake het Indische Kadasterwezen. Nu kan het misschien
zijn nut hebben, dat de verschillende technici op dit gebied, de
practijk-menschen, ook hun licht over deze materie doen schijnen,
op de leemten wijzen in de bestaande wetgeving en de middelen
aangeven ter verbetering aanvulling.
Ook hier: du choc des opinions jaillit la vérité!
I.
Het komt meermalen in de practijk voor, dat door één der
mede-erfgenamen een landmeterskennis wordt aangevraagd voor
de overschrijving van zijn aandeel in den onverdeelden boedel
op naam van den één of anderen kooper en in den regel wordt
ook zonder verder commentaar een zoodanige landmeterskennis
opgemaakt en afgegeven. Meer in het bijzonder heb ik het
volgende geval, dat zich nog weieens voordoet, op het oog.
Een Chinees sterft ab-intestato, aan zijn drie zoons o. ana
latende een eigendomsperceel. Eén dier zoons nu vraagt aan
den Gouvernements-Landmeter een landmeterskennis aan voor
de overschrijving van zijn V3 onverdeeld aandeel in dat perceel
ten name van zekeren kooper.
Overgelegd worden: een certificaat van erfrecht, afgegeven
door de betrokken Wees- en Boedelkamer; een verpondingsbiljet,
waaruit blijkt, dat de verpondingsbelasting over het laatste semester