6o door scheiding en deeling in een bepaald aangewezen deel kan worden omgezet. Hieruit volgt, dat alle beschikkingen door een deelgenoot over eenig onderdeel van den boedel gemaakt, zijn onzeker en voorwaardelijk, daar zij alleen gevolg zullen kunnen hebben, indien bij de boedelscheiding dat bepaalde goed aan hem wordt toebedeeld, wijl hij alsdan geacht wordt daarvan onmiddel lijk den eigendom te hebben verkregen, terwijl in het tegenover gestelde geval, hij gerekend wordt nimmer eenig eigendom van dat goed te hebben gehad, dan ook nimmer rechtsgeldig daarover heeft kunnen beschikken. Tot zoover de beslissing van het Hof. Men moet dus tot de conclusie komen, dat, zoolang de nalaten schap onverdeeld en dus de eigendom een gemeenschappelijke is, iedere erfgenaam slechts een ■voorwaardelijk recht heeft op zijn aandeel in elke zaak der nalatenschap. Bij de boedelscheiding zal eerst kunnen blijken of dit onvolkomen recht een volkomen of onvoorwaardelijk recht geworden is. Vóór de opmaking der scheidingsakte kan de mede-erfgenaam dus slechts zijn voor waardelijk recht overdragen, zonder echter daardoor den kooper een aandeel, voor zooveel dat goed betreft, op de onverdeelde nalatenschap te verleenen. Bij deze opvatting sluit zich de volgende andere rechtspraak aan: De verkoop van een onverdeeld aandeel in onroerende goederen kan niet anders geschied zijn, dan onder de stilzwijgende en opschortende voorwaarde, dat de verkochte goederen of het ver kochte deel daarvan bij de scheiding aan de verkoopster zullen worden toebedeeld, evenals zulks ten aanzien van het met hy potheek bezwaren van gemeen onroerend goed bepaald is bij art. 1212 B. W. Vonnis der rechtbank te 's Gravenhage d.d. 23 Juni 1848 (W. v. h. R. n°. 939). De als verkoopster handelende weduwe kan wel haar onver deelde helft in de gemeenschap verkoopen, maar niet zonder medewerking van de medegerechtigden tot die gemeenschap zelve bepalen, dat haar juist de helft in ieder der perceelen on roerend goed, die gemeenschap gezamenlijk uitmakende, toekwam. Vonnis der rechtbank te Gorinchem d.d. 17 Juni 1872 (Rechtsk. Blad n°. 164).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 64