63 «conclusie, dat een der erfgenamen door zijn aandeel in de ver- «schillende, tot de nalatenschap behoorende zaken aan onder- «scheidene personen over te dragen, zijne mede-erfgenamen zou «kunnen noodzaken met betrekking tot elke zaak met een anderen «mede-eigenaar tot scheiding over te gaan. Niettegenstaande «zoodanigen verkoop moet de scheiding van den geheelen boedel, «daaronder begrepen de zaken, waarvan een onverdeeld deel «mocht zijn verkocht, nog steeds tusschen de erfgenamen zelf «plaats hebben; de kooper heeft niet het recht scheiding te vor- deren (verg. o. a. twee arresten van den Hoogen Raad van «24 Juni 1864, W. 2597; arrest H. R. van 6 April 1871 W. 3316, «W. N. R. 70, arrest Hof Arnhem van 6 Maart 1901 W. 7645, «N. W. 106).» Op de vraag dus of in het gestelde geval al dan niet aan het verzoek moet worden voldaan, moet m. i. worden geantwoord, dat de Gouvernements-Landmeter de afgifte 'van den landmeters kennis heeft te weigeren. Immers is het transport van zoodanig onverdeeld aandeel niet geoorloofd, zooals we boven gezien hebben. Ook de Notaris had de akte van verkoop en koop dus ook niet mogen verlijden, tenzij daarin slechts sprake was van den verkoop van het voorwaardelijk recht van den erfgenaam in kwestie. (Het één en ander geput uit: «Ontwerpen van Notariëele Akten, derde druk enz. van J. P. W. Schermer, bewerkt en aangevuld door P. J. Dam, vijfde deel, afl. 2.)» H. A. K. RECHTSVRAAG. In n°. 17/1916 4e jaargang van het Tijdschrift voor Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht komt de navolgende, door den heer S. B. ingezonden, rechtsvraag voor. «De Inlandsche vrouw A., die in concubinaat met een Euro peaan had samengewoond, wilde aan haar meerderjarigen zoon B., door den overleden Europeaan wettelijk erkend als diens natuurlijk kind, schenken de erfelijke individueele gebruiksrechten op sawahs. Op haar verzoek om de betrekkelijke akte op te maken, antwoordde ik, dat zij ten behoeve van B. slechts afstand

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 67