7<
Krommenie II. Papendrecht. Vreeswijk I.
Lekkerkerk I. Rijsenburg. Werkhoven I.
Linschoten. Schelluinen. Westzaan I.
Lopik. Sliedrecht II. II.
Molenaarsgraaf. Stormpolder. Wijk aan Zee II.
Monlfoort II. Uitgeest I. Wijngaarden.
Moordrecht. II. Wormerveer I.
Neder Hardinxveld. Utrecht IV. II.
Nieuwerkerk a/d IJssel I. V. Zaandam IV.
IT VI V
11 ff ff ±x- ft x* ff v
Nieuwerkerk (N.-H.). XII. Zaandijk.
Nieuw Lekkerland I. XIV. Zeist II.
Ottoland. Vogelenzang. Zonheuvel.
Oud Alblas.
De berekeningen van de secundaire driehoeksmeting werden door de
diverse ingenieurs voortgezet en coördinaten in stereographische projectie
berekend o. a. van alle punten in en om Rotterdam gelegen.
Uitkomsten der driehoeksmeting werden in 1916 beschikbaar gesteld
als volgt: coördinaten van punten in den omtiek van Noordwijk aan Zee,
van punten in den omtrek van Dieren, van de punten in Rotterdam en
omgeving en van een punt in Utrecht, alle ten behoeve van het kadaster,
en van eenige punten aan den mond der Westerschelde ten behoeve van
den hydrografischen dienst der marine.
Sterrekundige waamemingeji.
In het afgeloopen jaar is slechts één vel der uitkomsten van de breedte
waarnemingen afgedrukt.
De heer de Jong heeft met het Talcott-instrument zooveel mogelijk
waarnemingen volbracht ter bepaling van de breedteveranderingen; het
weder was echter hoogst ongunstig.
In de volgende tabel vindt men voor de verschillende maanden het
aantal der avonden, waarop kon worden waargenomen en het aantal der
waargenomen sterreparen.
Op drie avonden werd daarenboven de stand van het instrument en
de hoekwaarde van één gang der micrometerschroef bepaald.
1916: avonden: sterreparen:
Januari6 34'
Februari4 2 5
Maart4 3°
April6 31
Mei6 51