7 Kamers der Staten-Generaal, de Curatoren, de Senaat en de Lectoren der nieuwe Landbouw-Hoogeschool met het Dage- lijksche Bestuur en de Leden van den Raad der Gemeente hadden plaats genomen, nam de plechtigheid een aanvang met het ten gehoore brengen van het «Wilhelmus van Nassauwe» in oude toonzetting door de Afdeeling «Wageningen en Om streken» van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst. Na het uitspreken van een welkomstwoord door den President- Curator, Jhr. Mr. S. van Citters Commissaris der Koningin in de Provincie Gelderland, waarbij nadrukkelijk werd gewezen op de dubbel-zware taak, welke hier op de Curatoren rust, daar zoowel de belangen van den Nederlandschen Landbouw als die van dat deel van ons groote Vaderland, dat buiten het grondgebied in Europa is gelegen, moeten worden behartigd en waarbij het streven zal zijn, het bestaande uit te bouwen, te verdiepen en te verrijken, opdat binnen niet te langen tijd de Landbouw- Hoogeschool eene waardige plaats moge innemen te midden der andere vaderlandsche Universiteiten, nam Minister Posthuma het woord ter uitspreking van de openingsrede. Na een kort overzicht te hebben gegeven betreffende de wor dingsgeschiedenis def School, ook ten opzichte van het meenings- verschil of hooger landbouwonderwijs al dan niet onderdeel eener Universiteit behoorde te zijn, dankte de Minister de vroedschap van Wageningen en speciaal den burgemeester Mr. H. F. Hesselink van Suchtelen voor de steeds van dien kant onder vonden aangename medewerking. Van harte wenscht de Minister Wageningen waar ook hij zelf heeft gestudeerd geluk, nu krachtens het besluit der volksvertegenwoordiging de Land bouw-Hoogeschool hier gevestigd zal blijven. De nieuwe Hooge- school is in hare onderdeelen nog geenszins «af», ook was het niet mogelijk alle vakken op volkomen bevredigende wijze te bezetten. De noodzakelijke verbeteringen in het bestaande zullen spoedig worden aangebracht, terwijl daarnaast nog verschillende voorzieningen zullen worden getroffen, o.a. ten opzichte van een «Instituut voor Veeteelt», een «Boschbouwproefstation«> verschillende deelen van den «Tuinbouw» en de «Tropische Hygiëne». Na omschrijving van de taak der Landbouw-Hooge school verklaarde hij alles te zullen doen, wat in zijn vermogen is, om deze Hoogeschool ook te Wageningen te doen slagen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 7