70 eenige absolute grondbegrip en door den Göttinger hoogleeraar Felix Klein werd dit gekarakteriseerd als «die Arithmetisie- rung der Wissenschaft»; de Meetkunde wordt daardoor een voudig een hoofdstuk der hoogere Rekenkunde. De Rekenkunde is de eenige wetenschap, waarvan de grondslagen en de begrippen in het algemeen onberispelijk streng zijn en geen enkel onderdeel der Wiskunde kan daarom strengworden genoemd, zoolang het niet tot Rekenkunde gemaakt of «gearithmetiseerd» is.1) De groote Gauss met Henri Poincaré behoorende tot de groot meesters der mathematici van den jongsten tijd noemde daarom ook de Rekenkunde de «Koningin der Wetenschappen». De oudste sporen dezer «Arithmetica numerosa» zijn ons be houden gebleven in den Papyrus «Rhind», dateerendeuitde 17e eeuw voor Chr.Ahmes, de samensteller van dit manuscript, geeft daarin een vrij volledig overzicht van de bekwaamheden der oude Aegyptenaren op arithmetisch en geometrisch gebied. De (reken kunst» stond toen reeds op een vrij hoogen trap van ontwikke ling, doch de meetkunstige praestaties van Ahmes en zijne tijdgenooten waren nog vrij primitief; toch hadden zij reeds eenig begrip van trigonometrische verhoudingen. Tusschen de wiskundige wetenschap der oude pyramiden-bouwers en die der latere Grieken bestond een innig verband; vooral bij Pythagoras van Samos, den stichter van de naar hem ge noemde wijsgeerig-mathematische school (omstreeks 540 v. Chr.) treedt dit sterk op den voorgrond. In deze «school» vierde het «getal» hoogtij; alles bestaat slechts door orde en regelmaat; de wereld zelf is een harmonisch geordend geheel (0 zótrpot; de Kosmos). Eene verhouding van maat kan alleen door getallen worden uitgedrukt en deze samenhang tusschen maat en getal voerde tot het stelsel, dat het beginsel der getallen ook in het algemeen het beginsel van alles is. De «pythagoreesche» school is van grooten invloed geweest op den ontwikkelingsgang der wiskunde en wat de mathematische beteekenis van Pytha goras betreft, denke men slechts aan het beroemde «theorema», door de Arabische geleerden in hunne bloemrijke taal genoemd «de figuur der bruid». Dat 3, 4 en 5 lengte-eenheden samen een rechthoekigen drie- Prof. Dr. Hk. de Vries. «De Vierde Dimensie», blz. 3.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 87