8
Nadat alle aanwezigen zich op zijn verzoek van hunne zetels
hadden verheven, sprak de Minister:
«Moge de nieuwe Hoogeschool steeds toenemen in bloei
en in kracht, moge zij rijke vruchten dragen, tot vol
doening van hen, die in en voor haar werken, tot zegen
voor hare leerlingen, tot heil van ons Vaderland, zoo
hier als aan verre stranden».
«Ik verklaar, namens de regeering, de Nederlandsche
Landbouw Hoogeschool te zijn geopend».
De rede van den Minister werd beantwoord door den Rector-
Magnificus, Prof. J. H. Aberson, waarbij een historisch overzicht
werd gegeven van de geschiedenis van het landbouwonderwijs
hier te lande, in verband ook met de groote beteekenis van den
landbouw ten opzichte van de voedselvoorziening.
De plechtigheid werd besloten met de uitvoering door het koor
van het aangrijpend schoone lied uit Valerius' «Gedenck Clanck»:
Wilt heden nu treden voor God den Heere,
Hem boven al loven van herten seer,
End' maeken groot syns lieven naemens eere,
Die daer nu onsen vyant slaet ter neer.
Terwijl op het orgel Mendelssohn's Sonate in F moll werd
voorgedragen, verlieten allen de kerk; velen begaven zich daarna
naar «Junushof», waar de Senaat een receptie hield, gekenmerkt
door een recht gezelligen en prettigen toon.
Van kadastrale zijde hadden aan de uitnoodiging tot bij
woning van de openings-plechtigheid gevolg gegeven: de Inspecteur
van het Kadaster, Hoofd der Afdeeling «Hypotheken en Kadaster»,
aan het Departement van Financiën, E. J. A. Weijgers; de
Ingenieur-Verificateur van het Kadaster, I. Boer Hzn.; de secre
taris van de Vereeniging van Ingenieurs-Verificateur van het
Kadaster, G. B. H. de Balbian; de secretaris der Vereeniging
voor Kadaster en Landmeetkunde, C. H. B. de Korver; de
Redacteur van het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde,
T. Polêe.
De leerstoelen aan de nieuwe Landbouw Hoogeschool
zijn thans bezet als volgt: