87 wiskundigen denkvorm en hiermede deed hij tevens de eerste schreden op den weg, welke moest leiden tot verruiming van den Euclidischen horizon. Hij was echter met zijne denkbeelden zijne tijdgenooten een paar eeuwen vooruit en kon dus door de meesten van hen gevangen als zij waren in den ban van den grooten Alexandrijn niet in zijne hooge vlucht worden gevolgd. Zijn werk werd twee eeuwen later voortgezet door den franschen genie-officier Jean Victor Poncelet, die in 1822 voor goed het begrip der «oneindig verre punten» in de meetkunde invoerde en tevens niet aarzelde de conclusies të aanvaarden, welke er een noodzakelijk gevolg van moesten zijn. «Evenwijdige lijnen be zitten een oneindig ver snijpunt» en «elke rechte lijn bezit slechts één oneindig ver punt», wat niets anders beteekent, dan dat zij zich gedraagt, alsof zij slechts één zoodanig punt bezat en onverschillig of men zich wendt naar links of naar rechts, in beide gevallen stevent men aan op hetzelfde oneindig verre punt.1) Poncelet vormt met Pascal en Desargues het triumviraat, waaraan wij de «synthetische» of «projectieve» meetkunde hebben te danken, d. w. z. die meetkunde, welke de eigenschappen der figuren van een meer algemeen standpunt beschouwt, dan de «gewone» (metrische) geometrie. «De empirische vaste lichamen zijn de eenige, waarop zich het menschelijk meetinstinct kan werpendit verklaart dat langzamer hand de bewegingsgroep dier vaste lichamen het schema der menschelijke verstandhouding over meetresultaten geworden is, maar dat nu de virtuositeit in het betrekken van verschijnselen der ervaringswereld op dat schema zeer groot is, sluit niet uit, dat men zich kan oefenen, om andere schema's (b.v. meerdimen sionale en niet-Euclidische ruimten) niet alleen op te bouwen, maar ook er zijn ervaringen op te betrekken. Het uitwendige ervaringen ondergaande menschelijke intellect kan zich, zoo dat het geval is,- dus zeer goed van de Euclidische driedimensionale meetkunde losmaken».2) «De Euclidische meetkunde is een door geregeld gebruik onder de menschen zeer algemeen handelbaar geworden gebied der wis- 'I Prof. Dr. Hk. de Vries. De Vierde Dimensie. Blz. 32. 2) Prof. Dr. L. E. J. Brouwer. Over de Grondslagen der wiskunde. Blz. 15.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1918 | | pagina 95