Tegen de stellingen der «Relativisten» zijn o.a. bedenkingen
aangevoerd door M. W. Polak w.i. Lector aan de Wagening-
sche Landbouw-Hoogeschool.
«Den menschen is een vermogen eigen dat al hun wissel
werkingen met de natuur begeleidt, het vermogen n.l. tot wiskundig
bekijken van hun leven, tot het zien in de wereld van herhalingen
van volgreeksen, van causale systemen in den tijd». 2)
Wiskundige formules en symbolensystemen zijn onze hulp
middelen om de ervaringen ten opzichte van deze volgreeksen
in eenen duurzamen en voor anderen bevattelijken vorm vast te
leggen en naar mate deze systemen eenvoudiger zijn, stijgt
ook hunne oeconomische beteekenis. De zucht om deze systemen
zooveel mogelijk te vereenvoudigen, noopt ons echter om alles
wat de regelmaat stoort er verre van te houden en daardoor
brengen wij veel meer regelmaat in de waargenomen verschijnselen
dan er in werkelijkheid in voorkomt; wij komen daardoor af en
aan tot de pijnlijke ontdekking, dat iets «niet volkomen waar»
is en de «regel derhalve niet langer doorgaat».
Zoo zegt bijv. de derde «wet» van Keppler, dat voor de ver
schillende planeten de verhouding tusschen de derde machten
der halve groote assen (a) hunner banen en de vierkanten der
omloopstijden (r) standvastig is; de mechanica leert echter, dat
L_ fL'twaarin M de massa van de zon en m die van
a 3 f (M -j- m)
de planeet beteekent. De derde «wet» van Keppler gaat dus
alleen door, wanneer alle planeten dezelfde massa hadden of
indien hunne massa ten opzichte van die der zon mag worden
verwaarloosd.
Wij zijn dus telkens genoodzaakt de bakens te verzetten en
andere gedachtenpaden te bewandelen, zoodra ons blijkt, dat de
grondslagen waarop wij onze systemen hebben gebouwd niet
geheel betrouwbaar meer zijn, doch dan zullen ook naarmate
wij krachtens onze vroegere ervaringen de waarheid meer naderen
de op te bouwen nieuwe systemen weder eenvoudiger kunnen
zijn.
gi
M. W. Polak w.i. Bezwaren tegen de opvattingen der Relativisten,
Deventer, 1918.
2) Prof. Dr. L. E. J. Brouwer. Over de Grondslagen der Wiskunde. Blz. 81.