I IO
In de verschillende districten weiden verleend en hernieuwd 20 ver
gunningen tot het uitoefenen van de vischvangst en de vischcultuur tot
eene gezamenlijke uitgestrektheid van 1975 H.A.
Op 31 December 1917 was te Paramaribo en in de districten 10446
H.A. grond verdeeld in 7208 stukken in huur en in kosteloos gebruik afgestaan.
Daarvan waren 902 stukken grond met eene oppervlakte van 86 H.A.
als erven uitgegeven aan 896 personen; 49 perceelen met eene oppervlakte
van 43 H.A. in gebruik afgestaan aan verschillende kerkgenootschappen
en vereenigingen voor het bouwen van kerken en voor werken van lief
dadige doeleinden en 42 stukken grond met eene oppervlakte van 714 H.A.,
in huur of in gebruik afgestaan aan verschillende maatschappijen en per
sonen voor het bouwen van magazijnen voor landbouw en andere doeleinden.
De overige 6215 stukken grond, te zamen groot 9603 H.A. zijn ter
uitoefening van den kleinen landbouw uitgegeven: in huur aan 4128 per
sonen en in kosteloos gebruik 2048.
7. Opmeting en in kaart brengen van Domeingrond, enz.
De sterkte van het personeel was op 31 December 1917: een hoofd
van den opnemingsdienst, een topograaf-Iandmeter, drie topografen, een
kierk-teekenaar en een klerk-teekenaar in opleiding.
Bij beschikking van 3 Febr. 1917, n°. 426 Gouvernementsblad n°. 11)
werd de technische afdeeling (opnemingsbrigade) afgescheiden van
het domeinkantoor en als zelfstandigen dienst behouden onder den naam
van „Opnemingsdienst van Suriname."
Doorgegaan werd met het opmeten en kaarteeren op de schalen van
1 10000 en 1 50000 van de terreinen ingesloten door de reeds gemeten
hoofdlijnen in noordelijke, westelijke en zuidelijke richting van Paramaribo.
De oppervlakte bedroeg 20768 H.A., wat met het reeds opgemetene een
geheel uitmaakt van 32899 H.A.
Door vergelijkingen met metingen, in 1914 verricht, kon een belangrijke
afslag van de zeekust nabij Braamspunt vastgesteld worden.
T. Polêe.
DE ARBEIDSBEURS VOOR DEN INDISCHEN DIENST.
Onder den naam «Arbeidsbeurs voor den Indischen
Dienst» is bij het Ministerie van Koloniën een bureau ingesteld,
dat speciaal belast is met de zorg voor de voorziening in de be
hoeften aan personeel voor den Nederlandsch-Indischen
Zie ter nadere voorlichting het aangehaalde uit het Koloniale Verslag op blz,
468 van Jaargang XXXIII (1917) van ons 'lUdschrift,