«Die Landmesser und Kulturtechniker in Preuszen, ihre Ausbil- dung, Prüfung, Anstellung, Tatigkeit und Bezahlung.» Om tot het volgen van dit leerplan aan de Hoogescholen te worden toegelatèn is helaas echter niet noodig, dat de toekomstige landmeter volledig middelbaar onderwijs heeft genoten. Het is voldoende, wanneer hij in het bezit is van een bewijs van rijpheid voor «Prima» van een Gymnasium, Realgymnasium of Oberreal- schule. In de beide «Primen» dezer inrichtingen heeft echter juist de voor de geodetische studie zoo noodige verdiepende be handeling der leerstof vooral der mathematische wetenschappen plaats, waardoor zij, die ook deze klassen hebben doorloopen Abituriënten*) een belangrijken voorsprong krijgen op hen, die slechts kunnen bogen op het gevorderde bewijs van rijpheid voor «Prima». Ongeveer V6 deel der thans studeerende geodeten zijn echter «Abituriënten» en teekenend is vooral, dat reeds sedert jaren bijna de helft der studeerenden 6 en meer «semester» noodig heeft in plaats van 4, om hunne studie te voleindigen. Jarenlang hebben de landmeters zelf dan ook reeds aangedrongen op vol ledig middelbaar onderwijs, zoodat in het belang der toekomstige landmeters zoowel als van den staat slechts «Abituriënten» tot de studie zouden kunnen worden toegelaten en tevens op grond van de onmogelijkheid voor zoovelen, om de studie in 2 jaren te voleindigen, den eisch gesteld van een leerplan van 6 semester. Alles echter te vergeefs; noch de «Deutsche Geometer Verein», noch het «Landesverband preuszischer Landmesservereine» hebben hunne herhaalde pogingen met succes bekroond mogen zien. Steeds handhaafde de regeering het aandoenlijk vaderlijke stand punt, dat in het belang van zekere ambtenaarskringen de opleiding der landmeters niet verlengd en daardoor kostbaarder mocht worden, omdat dan de loopbaan van landmeter niet meer bereik baar zou zijn voor de zonen dezer ambtenaren. Alsof deze ambtenaren, waaronder ook de landmeters waren begrepen, zelf niet het beste zouden kunnen beoordeelen, wat hier niet alleen wenschelijk, doch zelfs noodzakelijk blijkt te zijn. Herhaaldelijk zijn verder stemmen opgegaan om de opleiding der Pruisische landmeters van de Landbouwhoogescholen over te brengen naar de Technische Hoogescholen, zooals dat bijv. 122

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 122