in Beieren en Baden reeds langen tijd geleden heeft plaats ge vonden. Aan de Technische Hoogescholen toch worden vele colleges gegeven, bijv. op het gebied van stedenbouw, wegen- en waterbouw, etc., welke voor den toekomstigen landmeter van veel belang zijn; colleges in geodesie worden er reeds gegeven ten behoeve van de studierichting «Bau-Ingenïeur», terwijl daar enboven onlangs aan de Technische Hoogeschool te Berlijn de afdeeling voor «Mijnbouw» werd ondergebracht, wat weder mede brengt, dat ook ten behoeve van de opleiding der «Markschei- der» colleges in geodesie moeten worden gegeven. Daar nu de studie voor «Markscheider» ongeveer parallel loopt met die voor Landmeter, zou de overbrenging der opleiding van de landmeters van de Landwirtschaftliche- naar de Technische Hochschulen gepaard met de noodige aanvulling en verdieping van de daar reeds bestaande colleges niet alleen in het belang dezer op leiding zijn, doch tevens voor den Staat tot aanzienlijke besparing van leermiddelen en leerkrachten kunnen leiden. Aan het streven der Pruisische landmeters naar eene «volle Mittelschul- und Hochschulbildung» ligt echter nog een ander en zeer belangrijk motief ten grondslag. Om den «doc torstitel» te kunnen verwerven, moet men «Abituriënt» zijn en een met succes doorloopen studietijd van minstens 6 semester achter den rug hebben. Toen dus in 1918 ook aan de Land wirtschaftliche Hochschule te Berlijn het «Promotierecht» werd verleend, waren de landmeters tengevolge van het tegen hunnen zin bestendigen der voorwaarden voor hunne opleiding, waarbij «Maturitat» geen vereischte is al zijn velen dan ook in het bezit van het «Abiturium» en het handhaven van het leerplan van 4 semester tegen de ervaring in, dat ongeveer de helft der studeerenden 6 en meer Semester noodig heeft voor de vol eindiging hunner studie uitgesloten van de mogelijkheid om van het verleende promotierecht te kunnen profiteeren. Wel heeft het bestuur van het «Landesverband preuszischer Landmesservereine» en van den «Deutschen Geometerverein» zich tot de regeering gewend met het verzoek, maatregelen te willen nemen in het belang der landmeters die soms zelfs de meer derheid vormen van de aan de Landwirtschaftliche Hochschule studeerende jongelingschap en waarbij als passende titel bij 123

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 123