mogelijke promotie in overweging werd gegeven: «Doktor
Landmesser», «Doktor der Geodasie» of «Doktor der
Landmeszwissenschaft», doch het heeft niet mogen baten.
Voor de landmeters eene nieuwe ontgoochelinggroot «rumor in
casa»protesten bleven niet uit en ietwat onheilspellend klinkt
het: «Für die Landmesser ergibt sich hieraus met zwingender
Notwendigkeit, dasz sie endlich ihre Angelegenheiten selbst in
die Hand nehmen und bei der Verfolgung ihrer Ziele sich nicht
ausschlieszlich auf Wohlwollen höheren Orts, sondern auf ihre
eigene Kraft verlassen».
Doch hier breken wij af, onder verwijzing naar het hierachter
volgende artikel, betreffende den nieuwen «Deutschen Verein für
V ermessnngswesen
Geheel anders zijn de verhoudingen in Beieren; de opleiding
der landmeters heeft hier plaats aan de «Technische Hoch-
schule» te München en hooge eischen worden hier gesteld aan
den toekomstigen geodeet. Om tot de geodetische studie aan
deze Hoogeschool te worden toegelaten, moet men volledig mid
delbaar onderwijs hebben genoten; de opleiding heeft dan verder
plaats volgens een 3-jarig studieplan (6 semester), waarbij vooral
het mathematische deel der geodetische wetenschap sterk op den
voorgrond treedt. Hiermede beoogt men te bereiken, dat slechts
zij, die behoorlijk mathematisch begaafd zijn, zich aan de studie
der geodesie zullen wijden en de candidaten met minder wis
kundigen aanleg zich zoo spoedig mogelijk terug zullen trekken.
Er is heel wat wiskundige kennis voor noodig om «Karl Orffs
Bayerische Landesvermessung in ihrer wiszenschaftlichen Grund-
lage» te kunnen volgen en nog veel meer om het standaardwerk
van Helmert «Die mathematische und physikalische Theorieën
der höheren Geodasie» te verstaan en te beheerschen en dit wordt
verlangd van den Beierschen Geodeet!
«Analytische Mechanik und Potentialtheorie» benevens
«Elemente der spharischen Astronomie» behooren dan ook
tot de wel is waar niet verplichte, doch ten zeerste aanbevolen
colleges, verder «Graphisches Rechnen», «Photogrammetrie»
en «Kartenprojektionslehre».
De Beiersche geometer verwerft na voltooiing zijner driejarige
124
Per Landmesser, Heft 12, Pee. 1918,)
