136
Van dat oogenblik af zal praktisch uitvoering worden gegeven
aan het K. B. van 16 September 1918 Stbl. n°. 548.
Zooals uit dat K. B. blijkt, is het verband tusschen Cursus en
Landbouwhoogeschool officieel tamelijk los; in hoofdzaak bestaat
het daarin, dat het onderwijs gegeven wordt door de docenten
der Landbouwhoogeschool. (Slechts voor zooveel noodig door
bijzondere onderwijskrachten, uitsluitend aan de cursus verbonden.
Blijkens de uitvoering hieraan gegeven, hebben deze den rang
van lector).
Officieus is de band echter belangrijk nauwer. De Landbouw
hoogeschool zorgt voor gemeubelde onderwijslokalen en stelt
hare verzameling leermiddelen en instrumenten ten gebruike van
den cursus. Ook de bibliotheek staat ter beschikking.
De opzet van het K. B. laat echter niet toe, dat de organen,
die de Landbouwhoogeschool besturen en beheeren, officieel de
cursus onder hun hoede nemen. Er is dan ook onmiddellijk be
hoefte gevoeld aan een organisatie, die de cursus zou moeten
vertegenwoordigen, die de band vormt met het Departement en
die voorziet in alle zaken, die niet zijn geregeld in het K. B. De
Minister van Landbouw heeft daarvoor ingesteld een college van
Bestuur, bestaande uit de Heeren Prof. J. W. Diepe rink, tevens
voorzitter, Prof. S. Koenen, Prof. Dr. M. J. van Uven, A. van
der Deure en H. F. van Riel, tevens Secretaris.
Het financieele beheer wordt gevoerd door den Heer J. Paul
Strieker, administrateur der Landbouwhoogeschool.
Dit college heeft zich o. m. tot taak gesteld, de verzameling
van de verschillende uitgaven, als kaarten, verslagen, instructies,
circulaires, welke de verschillende departementen het licht doen
zien en van belang zijn voor het onderwijs der aanstaande land
meters. Alle departementen, wie dit is gevraagd, hebben daar
voor zoo bereidwillig mogelijk hunne medewerking verleend,
zoodat de cursus thans reeds over een belangrijk materiaal kan
beschikken, wat in de toekomst nog met zeer veel zal worden
aangevuld.
Van buitengewoon belang, vooral voor de aanstaande kadaster
ambtenaren, is de zending van het Departement van Financiën,
bevattende o. m. de voorschriften, waaronder het kadaster is tot
stand gekomen en in de loop der jaren is bijgehouden. Hier
blijft echter nog iets te wenschen.