als bij de algemeene hermeting rekening te worden gehouden
met de wenschelijkheid, dat elk grenspunt langs een korten een-
voudigen weg in coördinaten kan berekend worden. Vermeden
moeten daarom worden aanmetingen in de richting van een grens
lijn of verlengde huis, zonder het grenspunt of de huishoek tevens
door eene loodlijn op de veelhoekszijde of de meetlijn te bepalen.
Moeten oude grenspunten worden uitgezet door middel van
nieuwe vaste punten, dan zullen de eerste vooraf berekend moeten
worden ten opzichte der nieuwe veelhoekszijden of meetlijnen,
wat in den regel zal neerkomen op eene transformatie van coör
dinaten, een uiterst eenvoudig werk, dat een geroutineerd land
meter op het terrein zal verrichten, indien hij anders een over
bodige tweede reis naar het terrein zou moeten maken.
Het is wel bijna overbodig op te merken, dat de landmeter,
belast met de bijhouding van het eigendomskadaster, voorzien
zal zijn van een theodoliet voor veelhoeksmeting, en van alle
andere gereedschap en werktuigen, die bij de hermeting hebben
gediend; dat hij beschikt over kadsteenen, tegels, straatkastjes
enz. door de zorg van het gemeentebestuur op meerdere plaatsen
in de gemeente ter beschikking gehouden enz.
Bij het ontwerpen der grondslagen van het eigendomskadaster
van Dieren heeft steeds als eerste vraag voorop gestaan, hoe
het nieuwe kadaster bi/ te houden met onverzwakte nauwkeurig
heid?
Hoe dat vraagstuk is opgelost, voor zooveel betreft de ver
zekering van vaste punten, werd reeds vroeger uiteengezet.1) Deze
oplossing geldt natuurlijk alleen voor gronden en toestanden als
te Dieren worden aangetroffen. Wie in dit opzicht streeft naar
eenvormigheid voor een geheel land, zal niet licht een praktische
oplossing vinden. Wat geschikt is voor vaste zandgronden deugt
nog niet voor drassigen veengrond, of voor de bebouwde kom
eener stad. Zelfs in Dieren is geen eenvormigheid. In de dorps
kom werden een aantal ijzeren kastjes geplaatst, waaronder deels
een kadsteen, deels slechts een tegel op geringe diepte werd
geplaatst, indien de verharding van den weg van dien aard was,
dat vorstvrije plaatsing van den tegel niet noodig werd geacht.
Naar gelang de omstandigheden en toestanden anders zijn, zal
i5
Zie Tijdschr. van K. en L. Jaarg. XXXII (1916), Blz. 150 etc.