de verwoeste streken. De voor deze aangelegenheid gemeente-
gewijze samengestelde commissies zoowel als de meerderheid der
eigenaren kunnen desgewenscht een voorstel doen, om door middel
van ruilverkaveling tot een geordenden toestand te komen.
Dat de nieuwe Fransche wetgeving, wat het algemeene schema
aangaat, een richtsnoer zou kunnen zijn voor onzen wetgever,
kan spreker niet beamen; de Fransche wetgever heeft steeds een
spook voor oogen gehad, de «verduitsching» van zijn admini
stratieve systeem en de «Behörde-vrees» heeft hem zoodanig
bevangen, dat hij tot een ander uiterste is overgegaan, n.l. de
volkomen vrijheid der belanghebbenden in de uitvoering van het
werk. Spreker acht deze Fransche richting voor Nederland
verwerpelijk, want naast de bijzondere belangen van den grond
eigenaar moet ook het algemeen belang worden behartigd en
niet steeds loopen deze verschillende belangen parallel.
Wat de vereischte meerderheid betreft kan spreker niet meegaan
met den Franschen auteur, doch evenmin met de Nederlandsche
ontwerpers; hij wil de eerste ruilverkavelingen doen uitvoeren in
kleinen kring, met menschen, die voor de zaak zijn gewonnen,
zoodat slechts weinigen den dwang der wet behoeven te gevoelen.
Eene meerderheid van minstens 2h, liever nog van 3/4 zou hij
daarom willen voorschrijven.
Ten opzichte van het recht, achtte spreker de bepalingen der
Fransche wet, dat alle aanspraken, die anderen op het goed kunnen
doen gelden, na ruilverkaveling moeten worden verhaald op de
perceelen, die voor de oude in de plaats zijn gekomen, de meest
bruikbare grondslag. In het Nederlandsche ontwerp zijn de
typische eigenschappen van de ruilverkaveling niet tot hun recht
gekomen; de Fransche wetgever huldigt de opvatting, dat ruil
verkaveling eene overheidsregeling is van den eigendom in
het algemeen belang. Het lichamelijk substraat van het recht
wordt verschoven, het recht zelf met al zijn functiën en zijn
vollen inhoud blijft in stand, zooals Prof. Valckenier Kips
zich uitdrukt.
Lector A. van der Deure, Jur. Cand. sprak vervolgens over
het Torrensstelsel in Suriname. De beide stelsels van wet
geving, welke reeds eeuwenlang met betrekking tot vervreemding
en bezwaring van onroerende goederen hebben gegolden, n.l. het
169