17°
negatieve en het positieve stelsel, werden uitvoerig door spreker
geschetst. Het negatieve stelsel, ontleend aan het Romeinsche
recht, heeft tot motto: «nemo plus juris in alium transferre
potest, quam ipse habet» «niemand kan meer recht aan
een ander overdragen, dan hij zelf bezit« terwijl het positieve
stelsel, wortelende in de Germaansche rechtsbegrippen, tot hoofd
strekking heeft: de bescherming van den verkrijger ter
goeder trouw.
Hopelooze verwarring was zoowel in het Romeinsche rijk zelf
als daarna in de landen, die het negatieve stelsel overnamen,
vaak een gevolg van de aanvaarding van het Romeinsche beginsel,
zoodat. in de vorige eeuw allengs het positieve stelsel weer meer
op den voorgrond kwam. Met name het Torrensstelsel, de
gemoderniseerde vorm van het positieve stelsel, vond dra overal
voorstanders, wegens zijn eenvoud en zekerheid en omdat het zoo
geheel beantwoordt aan de eischen van het verkeer.
Spreker wees er op, dat in Nederland nog steeds de aanhangers
van het negatieve stelsel de meerderheid vormen, hoewel des
kundigen waaronder de kadasterambtenaren algemeen van
oordeel zijn, dat hervorming dringend noodig is.
Een verblijdend verschijnsel noemt spreker het feit, dat eerst
daags in Suriname het Torrensstelsel zal worden ingevoerd.
Na eene beschrijving van de verwarring en onzekerheid, welke
tegenwoordig met betrekking tot den grondeigendom aldaar
heerschen, gaf spreker eene zakelijke uiteenzetting van de wijze
waarop de «ontwerp»-grondboek-verordening is ingericht en hoe
deze in de practijk zal werken. Hulde werd daarbij gebracht
aan den Heer I. Boer, Hzn., Ingenieur-verificateur van het
Kadaster te Arnhem den ontwerper dezer Surinaamsche
grondboek-verordening voor alles wat hij in het belang der
rechtszekerheid van den grondeigendom heeft verricht.
Zoowel de rede van Prof. Diepe rink als de voordrachten der
beide Lectoren hopen wij in de eerste aflevering van den vol
genden Jaargang van ons Tijdschrift «inextenso» mede te deelen;
onze hope, om dit reeds nu te kunnen doen, bleek eene ijdele te
zijn, zoodat wij ons onder de gegeven omstandigheden, zeer tot
onzen spijt, voorloopig tot eene zeer verkorte weergave van den