nationale Aardmeting» een grooter deel van het aardoppervlak met hare driehoeksnetten overspant, gedenkt men ook hem, den «Eratosthenes Batavus», die in zijne driehoeksmeting van Alkmaar tot Bergen op Zoom den weg wees, dien men bij «Graadmetingen» had te bewandelen. Laten wij hopen, dat de Wageningsche Landbouwhoogeschool, ook op het gebied der geodesie, ons mannen moge geven, waardig om de voetstappen hunner groqte voorgangers ffe drukken. Klein is ons lieve vaderlandje en wij wenschen het niet grooter, doch van onze Zuidelijke- en Oostelijke landsgrenzen Noord- en Westwaarts tot op een «kennynghe» in Zee, zullen wij onze rechten op elke «duimbreedte» weten te handhaven en binnen deze grenzen het erf onzer vaderen tot de hoogste productie op weten te voeren. Wenden wij echter den blik naar de deelen van ons Rijk buiten Europa, dan wijkt alle ^kleinheid» en openen zich de meest schitterende perspectieven. Insulinde. biedt een schier onafzienbaar arbeidsveld met onuitputtelijke wel vaartsbronnen en het ontwakende Suriname zal binnenkort de zegeningen van het Torrensstelsel en een bewijskrachtig kadaster deelachtig worden. Groot is de rol die onze nieuwe Landbouwhoogeschool in de naaste toekomst, zoowel hier te lande als in de tropen heeft te vervullen en belangrijk ook de taak, die den landmeter-cultuurtechnicus staat te wachten. Meer dan ooit te voren hebben de laatste oorlogsjaren ons de waarde leeren beseffen van eigen productievermogen; luid en lnider weerklinkt de eisch, om, naast de behartiging onzer grootsche plannen betreffende bedijking en inpoldering, ook de noodige aandacht te wijden aan cultiveering van nog woest liggende gronden en boven alles aan de verhooging der productiviteit van thans betrekkelijk weinig voortbrengende terreinen, door eene verbeterde indeeling der eigendomsperceelen, gepaard met eene behoorlijke regeling van den waterstand. Steeds dringender wordt alom in den lande aangedrongen op de spoedige totstandkoming eener wettelijke regeling van de «Ruilverkaveling» en nog pas enkele weken geleden (Sept. 1919) heeft het «Vereenigde College van het Waterscha'p de Noorder Vechtdijken» zich weder tot den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel gewend, om de «spoedige totstand koming eener wet op de ruilverkaveling, waarop in land- 172

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 172