worden overschat; vooral niet als voorbereiding tot schattings werkzaamheden. Men vindt overal in ons land erkend bekwame taxateurs van onroerend goed, doch slechts een héél klein per centage van hen is theoretisch opgeleid. Het zijn alle mannen van de praktijk, die jarenlang in eenzelfde plaats of streek- alle publieke veilingen van onroerend goed bezoeken, zich voor alle koopprijzen binnen hun rayon interesseeren, en daardoor een buitengewoon goeden kijk krijgen op de waarde van onroerende goederen. Vraag aan een goed taxateur of men zich voor dat vak kan bekwamen door een 185 urige theoretische opleiding, en zijn antwoord zal een schaterlach zijn. Nu is spreker van oordeel dat zich onder de Landmeters héél wat personen bevinden, die jarenlang in eenzelfde streek hebben gewerkt, daar alle ver kavelingen van landerijen voor publieken verkoop doen, met de eigenaren spreken over de vermoedelijke opbrengst, later nagaan in hoeverre de taxatie overeenkomt met de werkelijk bestede koopprijzen, en zich aldus praktisch hebben gevormd tot zéér goede waardebepalers. De Controleurs daarentegen komen in hun dagelijkschen werkkring met de verkoopwaarde van landerijen bijna niet in aanraking. Alle veilingen gaan geheel buiten hen om. Het evenredig verdeelen van de oude belastbare opbrengst geschiedt op het kantoor, en meestal door een klerk. Sprekers vaste overtuiging is dan ook dat, dooreengenomen, voor de waarde bepaling van landerijen onder .de Landmeters heel wat méér geschikte krachten schuilen dan onder de Controleurs. Al wordt nu gaarne toegegeven dat een in de praktijk gevormd taxateur door theoretische opleiding mogelijk zijn blik nog ietwat kan verruimen, anderzijds moet niet worden voorbijgezien het groote gevaar dat het vragen om aanvullende opleiding door de Land meters, van zekere zijde als volgt zal worden uitgelegd: «de Landmeters erkennen daarmede zelf hunne ongeschiktheid». De Heer P. J. Hamelberg geeft den vorigen spreker gaarne toe dat onder de Landmeters een groot aantal geschikte waarde bepalers schuilt. Doch waaruit blijkt onze geschiktheid? De ervaring heeft nu eenmaal geleerd dat de Regeering veel waarde aan een of ander diploma hecht. Ook de Heer van Beurden spreekt zijne overtuiging uit dat zonder aanvullende opleiding een groot aantal Landmeters geschikt is om als waardebepaler op te treden. i8g

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 189