een kruisje teekenen. In die aanschrijving wordt echter verboden de dubbele boeking m.i. in strijd met de wet op de grondbelasting. Eigenaardig is het, dat de voorschriften de boeking uit kracht van een overgeschreven acte op een lijn stellen met die op grond van de memories van successie (art. 130 2lid, 124 I. K.). Daar voor is geen enkele geldige reden aan te voeren. Als men bedenkt, dat deze memories dikwijls worden opgemaakt door allerlei quasi- deskundigen, moest als beginsel gelden, dat uit de memories alleen mag worden afgeleid, dat een rechthebbende is overleden en bij opvolging onder algemeene titel, welke zijn erfgenamen zijn. Wat is nagelaten wordt dikwijls overgenomen uit den kada- stralen legger en aan deze opgave kan geen gewicht worden gehecht, wanneer op andere wijze bekend wordt, dat die opgave wordt betwist. (Men zie de bepalingen art. 130, I. K. 2^ lid en 123 I. K. die m.i. daarom niet juist zijn.) II. Boekingen van meerdere gerechtigden. Zijn er meerdere gerechtigden in het bezit, dan verlangt de wet van 22 Mei 1845 St. n°. 22 dat één er van wordt aangeslagen; deze wordt volgens art. 46 der grondbelasting-wet in het hoofd van den legger geboekt. De overige gerechtigden zijn niet aan sprakelijk voor de grondbelasting; zij behoeven slechts de executie te gedoogen van het goed, waarvan de grondbelasting wordt geheven (art. 5 en 6). Ter onderscheiding wordt op het kohier achter de naam van den aangeslagene de letters e. a. vermeld, wanneer er meer gerechtigden zijn. Het is billijk, dat diegene der gerechtigden wordt aangeslagen, die op het goed de meeste rechten kan doen gelden. De regeling daarover vinden wij in art. 118 5e lid der instructie. De bepalingen van het 6e lid van het artikel hebben tot doel, een vlotte belasting-heffing te be vorderen. Men zou in het geval van meerdere gerechtigden "ook kunnen volstaan met de opname van den belasting-plichtige, alleen op dat standpunt plaatst zich nog art. 344 der instr. van 1871, in het geval van erfopvolging. Blijkens art. 299 dierzelfde instr. wordt echter reeds anders gehandeld, wanneer de pluraliteit der gerechtigden berust op overgeschreven stukken. Men is echter in den loop der jaren in het belang der hypothecaire boek houding er toe overgegaan om in den legger te vermelden alle namen der mede-gerechtigden (om technische redenen vindt men 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 27