Steeds zou in het bovengestelde geval dubbeleboeking, zooals wij die in afdeeling I hebben omschrven n.l. bezitter naast eigenaar, moeten plaats hebben. Men heeft echter boekhoudkundig eên vereenvoudiging ingevoerd, die voor niet ingewijden de zaak ge compliceerder maakt. In de meeste gevallen is n.l. de bezitter tevens een der medeeigenaren volgens de registers. Plaatst men die medeeigenaar in het hoofd van den legger, met de andere eigenaren als «consorten» dan is aan alle eischen voldaan van de grondbelasting; degeen die in het hoofd staat ontvangt het aanslagbiljet. Het is duidelijk dat voor zulk een boeking de regels van art. 118 der I. K. niet mogen gelden. In de praktijk komt men de afzonderlijke vermelding van den «bezitter» zelden1 tegen, meestal vindt men de boven omschreven vereenvoudiging. B. De boeking, zooals die hierboven is beschreven, is niet aan te bevelen. De perceelvorming behoort zoo te geschieden, dat naar de gebruiken van het economisch verkeer, zoo eenvoudig mogelijk bezwaring of vervreemding kan plaats hebben. Administratieve medeeigendom verwart de hypothecaire boekhouding, belet de vlotte hypotheekverleening, in het bijzonder geeft hij aanleiding tot z.g. «besmetting» met hypotheek, waardoor een omslachtig onderzoek naar de afkomst der perceelen noodig wordt, zij ver mindert de overzichtelijkheid en de bruikbaarheid van den kada- stralen legger. De vereeniging van zulke stukken grond wordt daarom tegenwoordig meest nagelaten en terecht. Alleen moet men erop bedacht zijn, dat dubbele boeking van eigenaar en bezitter vaker noodig zal zijn. Het langst is de vereeniging vol gehouden in het geval dat één gebouw of een bij elkander be- hoorend complex van gebouwen werd gesticht op gronden als boven bedoeld. Men meende, dat de dienst der grondbelasting niet toeliet, dat één gebouw zich uitstrekte over verschillende perceelen, nu de heffing in den lateren tijd heel goed mogelijk is gebleken door onderlinge verwijzing, mag dit bezwaar thans niet meer gelden en moet elke vereeniging op dezen grond streng worden afgekeurd. C. Ik kan van dit onderwerp niet afstappen zonder gewezen te hebben op de groote massa «consorten» uit ouderen tijd, die men misschien onder de rubriek B zou willen rangschikken, maar die toch van geheel anderen aard zijn. Ik bedoel de consorten wegens grenswijziging. Het komt bij den dienst der bijhouding 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 29