Het spreekt vanzelf, dat deze beschouwingen alleen rekening
houden met het tegenwoordige stelsel. Wordt de verplichte meet
brief ingevoerd en de wettelijke grensregeling, dan smelten bezits-
en kadastrale grens samen tot één begrip, wettelijke grens en
vervalt de onzekerheid en instabiliteit van thans. Merkwaardig
is verder, dat ook in de oude tijd, toen de in-consortenstellingen
als de orde van den dag waren, onmiddellijk een andere houding
werd aangenomen, zoodra een acte van grensregeling in de open
bare registers werd overgeschreven. Koos het publiek-burger
rechtelijk geheel onverplicht-den schriftelijken vorm van grensrege
ling met publiciteit, dan verdwenen de bezwaren der administratie als
sneeuw voor de zon. Van consorten was geen sprake, de grens
wijziging kwam in orde, zonder verwijzing der afgesneden stukken,
zooals het behoort. De grens-consorten zouden eenvoudig in de
leggers kunnen worden doorgehaald als zij niet door het Reg. 69
en het Reg. 69° een plaats in de hypothecaire boekhouding hadden
gevondeneerst bij een vernieuwing van de hypothecaire inschrij-
vingeu zullen de gevolgen als hypotheekbesmetting kuunen ver
dwijnen.
D. De consorten-boekingen overeenkomstig art. 38 I. K. al. 2.
Deze hebben betrekking op het geval, dat de overgedragen grond,
uitmakende een gedeelte van een perceel, in de overgeschreven
acte niet goed is omschreven.
De boekhouding op het perceel, zooals die bij het kadaster
geschiedt, is alleen dan eenvoudig door te voeren, wanneer de
goederen en de acten met de kadastrale aanduiding worden om
schreven, en daarnaast voor de administratie die omschrijving als
de eenig geldende wordt aangemerkt. De verplichting om de
goederen met de kadastrale aanduiding te omschrijven bestaat
alleen voor de notarissen (art. 37 2e lid v/d. notariswet). Dat de
weglating dezer omschrijving bij de onderhandsche acten zelden
voorkomt, is een gevolg van de moeielijkheden, die zich dan
voor de partijen voordoen, wanneer zij kadastrale extracten noodig
hebben. De perceelen worden dan eenvoudig niet overgeboekt
en men vordert een acte van rectificatie (art. 120I. K.). Ik meen,
dat deze wijze van doen in alle gevallen onjuist is. Er heeft een
geldige eigendomsoverdracht met bezitsoverdracht plaats gehad.
Tenminste moesten de perceelen, die in zulk een acte zijn bedoeld,
worden overgeboekt op den nieuwen verkrijger als «bezitter», opdat
32