38
dienstjaar, wanneer een perceel gedeeltelijk is overgedragen
en nog niet is gesplitst, is als doelloos af te keuren.
H. F. VAN Riel.
DE KADASTRALE AANDUIDING IN AKTEN VOLGENS
DE VOORSTELLEN DER STAATSCOMMISSIËN.
IV. (Slot.)
Wanneer de aansprakelijkheid van den hypotheekbewaarder
door den Staat zal zijn overgenomen, dan berust de verantwoor
delijkheid voor de juiste tenaamstelling van de nommers, die aan
de opgemeten verkochte perceelsgedeelten worden gegeven, daarna
geheel op den landmeter, die den metingstaat opmaakt.
De bewaarder zal natuurlijk nog persoonlijk kunnen nagaan of
door zijn boekhouder kunnen laten nagaan of die tenaamstelling
met de omschrijving van perceelsgedeelten in de akte overeenstemt,
voor zoover hem dat mogelijk is, maar daar zonder meer ver
andering in te brengen ligt dan niet meer op zijn weg.
Op de juiste tenaamstelling van de nommers aan de perceels
gedeelten gegeven, niet op de nommering zelve, komt het, zooals
in III met een voorbeeld is aangetoond, in de eerste plaats aan.
De Staat moet beslist er van verzekerd kunnen wezen, dat daar
geen fout meer in schuilt, wanneer de metingstaat bij de bewaring
ter toepassing inkomt. Daarom zal de controle van het geheele
werk van den landmeter, zooals die overal in den lande gebruikelijk
is, aan het bureau van den Ingenieur-Verificateur, al weer in de
eerste plaats over die tenaamstelling behooren te gaan, zich bij
den minsten twijfel ook tot het terrein behooren uit te strekken.
En nu is het een buitengewoon gelukkige omstandigheid, dat de
I. V. daartoe de bevoegdheid heeft, dat de veldverificatie reeds
een deel van zijn werkzaamheden uitmaakt. Die voortreffelijke
samenwerking zal den Staat tegen fouten als bedoeld en daardoor
te beloopen schade, allen redelijken waarborg kunnen geven.
De vraag die ter beantwoording overblijft is nu alleen nog
maar of er bijzondere maatregelen moeten worden getroffen voor
de hypothecaire boekhouding op de perceelsgedeelten, voor de