1
42
niet meer noodig zal zijn, niet hebben bewogen dien ganschen
overbodigen papierwinkel van dubbele meetbrieven of te wel ver
wijzingen naar het veldwerk van den landmeter van welks om
vang men zich eerst een goede voorstelling zal kunnen maken,
wanneer men er bij bedenkt, hoe eene eventueele toekomstige
nommering der eigendomscomplexen het aantal verkoopen van
gedeeltelijke kad. perceelen nog ontzaglijk zal doen toenemen
dan ook maar liever achterwege te laten.
De meetbrief is eigenlijk slechts een verbeterde editie van het
Ontwerp Stam, waarover straks, het gedeelte krijgt nu niet dade
lijk, zooals bij dat ontwerp, een nieuw nommer, maar voorloopig
een letter en daarna fungeert het oude nommer, met het volg-
nommer van den meetbrief en die letter als aanhangsel, zoolang
in de hyp. registers, totdat de landmeter er het nieuwe nommer
aan geeft in zijn metingstaat.
Wil nu de bewaarder zijn aansprakelijkheid dekken, dan moet
hij na het inkomen van den metingstaat zich toch nog er van
overtuigen, door vergelijking van de teekening op de hulpkaart
met die op den meetbrief, dat de landmeter het nommer, dat hij
in den staat op naam van den verkrijger heeft gesteld, op de
hulpkaart ook heeft gegeven aan dat deel van het perceel, het
welk op de teekening in den meetbrief met de correspondeerende
letter is aangeduid.
Een soort «ezelsbrug'» zal de meetbrief zijn, want de bewaarder
kan die controle ook uitoefenen, zij het dan met wat meer moeite,
met behulp van de omschrijving van het verkochte deel in de akte.
Na overname van 's Bewaarders aansprakelijkheid zal de Staat
bij bestendiging der tegenwoordige regeling beschikken: i°. over
de controle die het bezoek van den landmeter op het terrein, na
het inkomen der akte, hem verschaft. Deze laat zich aldaar door
partijen de ligging der verkochte gedeelten aanwijzen, vervaardigt
er een veldschets van en schrijft hun namen daarin. Vervolgens
vergelijkt hij of de opgaven overeenstemmen met de omschrijving
der gedeelten in de akte; is dat het geval, dan meet hij de per
ceelsgedeelten op en geeft er tehuisgekomen nieuwe nommers
aan, die hij dan in zijn metingstaat ten name stelt; 20. over de
controle die het onderzoek dier tenaanstelling door den I.V. ver
schaft. Deze vergelijkt nog eens de nadere omschrijving in de
akte (zie art. 671a), die volledig moet zijn (art. 12650), met de