48
sanctie te meer overbodig nu de Commissie van 1906 als eisch
heeft gesteld: «de nadere omschrijving van het verkochte of be
zwaarde gedeelte». Waar deze onvoldoende wordt geacht, kan
immers aanvulling worden gevorderd, waar ze duidelijk is, geeft
dat, ook aan den bewaarder, gelegenheid tot afdoende' controle
der tenaamstelling in de metingstaten.
Volledigheidshalve dient nog melding gemaakt van het op zich
zelf staand voorstel van den heer Stam, inspecteur-generaal belast
met het bestuur der afd. reg. en dom. aan het Departement van
Financiën en lid van de Staatscommissie van 1867, dat is opge
nomen in bijlage E. van het verslag dier commissie. Daarin wordt
voorgesteld, dat, bij verkoop of bezwaring van een perceelsgedeelte,
de bewaarder daaraan en aan het overschietende deel dadelijk in
zijn registers de perceelnommers zal geven respect, volgende op
het laatste nommer der sectie, waartoe het oorspronkelijk perceel
behoort.
Op blz. 27 van het verslag noemt de commissie een paar be
zwaren tegen dat voorstel, maar al bestonden die niet, al bestonden
er in 't geheel geen bezwaren, het voorstel geeft geen oplossing, de
aansprakelijkheid van den bewaarder wordt er ten minste niet te
beter door gedekt. Deze kan wel een zeker nommer op een be
paalden eigenaar stellen in den legger, maar hij moet na het
inkomen van den betr. metingstaat toch nog contröleeren of be-
bedoeld nommer op de hulpkaart en gevolgelijk op het kadastrale
plan ook is gegeven aan het gedeelte, dat die eigenaar in werkelijk
heid op het terrein in bezit heeft.
Met raadpleging alleen van zijn eigen hypothekaire registers
zal de bewaarder, noch bij deze, noch bij de meetbriefregeling
kunnen volstaan, wil hij, eventueel de Staat, voor schade gevrij
waard worden.
In resumé is dus gebleken, dat, bij verkoop en daaropvolgende
bezwaring van een gedeelte van een kadastraal perceelnommèr,
de hypotheekbewaarder achter dat nommer in hét reg. 69a de
verwijzing stelt naar het register van inschrijving een handel
wijze die zal blijven volgen ook na overname van zijn aansprake
lijkheid door den Staat; maar bovendien:
Ia. dat tot heden, als, na latere opneming en toepassing door