49
het kadaster van dien verkoop, aan het verkochte en aan
het onverkocht gebleven gedeelte ieder een afzonderlijk
nommer was gegeven, de bewaarder d^ze nieuwe nommers
wel in het reg. 690: opnam, maar meermalen van het nommer,
dat aan het onverkocht gebleven gedeelte was gegeven,
geen bewijs van onbezwaardheid wilde afgeven;
b. dat het vrije nommer van den verkooper dusdoende op admi
nistratieve wijze met hypotheek werd bezwaard;
c. dat alleen op deze administratieve bezwaardheid berusten
de breed uitgemeten bezwaren der Staats-commissiën tegen
de hypothecaire boekhouding op zulke verkochte en nadien
met hypotheek bezwaarde perceelsgedeelten;
Als vaststaand mag echter worden aangenomen
Ha. dat, na overname van de aansprakelijkheid van den bewaarder
door den Siaat, aan eerstgenoemde zal worden voorge
schreven om na de latere kadastrale toepassing, als onder
Ia bedoeld, de verwijzing naar het inschrijvingsregister
voorkomende in het reg. 69a, bij het oude nommer (ged.),
over te brengen alleen naar dat nieuwe nommer, hetwelk
in den metingstaat op naam van den betrokken kooper
debiteur is gesteld;
b. dat daarmede dan aan de onder Ib bedoelde administratieve
bezwaardheid van het aan verkooper verblijvende deel defini
tief een eind zal zijn gekomen;
en ten slotte:
lila. dat niettemin de bezwaren in de boekhouding op perceels
gedeelten, alleen neerkomende op de geschetste administra
tieve bezwaardheid, welke dus met deze door de overname
van 's bewaarders aansprakelijkheid door den Staat reeds
zullen zijn bezworen en uit den weg geruimd, door de
Staatscommissie van 1906 worden gebezigd in haar verslag
als motief, als eenig motief, voor de invoering van meet
brieven;
b. dat de invoering van een om vele redenen bedenkelijken,
geheel overbodigen en bovendien niet afdoenden maatregel
als de verplichte meetbrieven, alleen op een, na overname