tijdstip, dat zij den leeftijd van 35 jaar hebben bereikt en
als overgangsmaatregel, door de landmeters in functie op
het oogenblik van invoering van het besluit, op eiken
leeftijd, telkens en zoo dikwijls daarvoor de gelegenheid
wordt aangeboden.
7. Tot Ingenieur-Verificateur zijn benoembaar die bewaarders
en landmeters, welke in het bezit zijn van beide diploma's
A. en B.
8. Het kadaster draagt zorg, dat voortaan door meting worde
vastgelegd de ligging van alle nieuwe eigendomsgrenzen
zoowel van die ontstaan door verkoop van gedeelten van
kadastrale perceelen als van die, welke volgens de omschrijving
in de akte zijn geacht grenzen van kadastrale perceelen te
zijn, maar welke tegelijk afscheidingen vormen tusschen
deelen van eigendomscomplexen en dat daarbij de grens-
aanwijzing door partijen behoorlijk worde geconstateerd.
N.B. Uitvoering van dit voorstel zal medebrengen eene onder
scheiding, op enkele stellen van de kadastrale plans, tusschen eigen-
doms- en andere grenzen. (Zie Grensbep. VII K. en L. 1916 blz. 46).
Deze eisch zal aan die kaarten ook worden gesteld, wanneer het
Ontwerp van wet 1915/16 betrekkelijk de schatting der belastbare
waarde van de ongebouwde eigendommen wordt aangenomen. (Zie
5 v. d. Memorie van Toelichting bij dat ontwerp).
9. Die metingen worden na het inkomen der akten van ver
koop, met doeltreffende controle, voor 's Rijks dienst door de
landmeters .bij hun gewone rondreizen verricht.
Zij kunnen op verzoek en kosten van particulieren ook
op andere tijden en dan ook vóór den verkoop worden
verricht en worden in het laatste geval mede dadelijk
toegepast, indien het zeker is, dat akte zal volgen.
10. Art. 678 B.W., over de afscheiding van aan elkaar grenzende
eigendommen, behoort te worden aangevuld met het navolgen
de derde lid:
Wanneer geschil ontstaat over de juiste ligging eener grens,
dan zullen de gegevens daaromtrent van het kadaster gelden als
wettelijk vermoeden in den zin van artikel 1952 onder de
navolgende bedingen: